Ook al wordt de ontwikkeling van het populaire anonimiseringsnetwerk Tor voor 40% door het Amerikaanse Ministerie van Defensie gesponsord, de software is nog steeds veilig om te gebruiken en bevat geen backdoors. Dat laten de ontwikkelaars tegenover de Washington Post weten.
De afgelopen week werd bekend dat inlichtingendienst NSA cryptografische ontwerpen beïnvloedt en partijen betaalt om backdoors aan hun producten toe te voegen. Tor, software waarmee internetgebruikers hun IP-adres kunnen verbergen en gecensureerde websites kunnen bezoeken, had in 2012 een budget van 2 miljoen dollar.
Zestig procent daarvan was van de Amerikaanse overheid afkomstig, waarbij het Pentagon voor 40% van de 2 miljoen dollar verantwoordelijk was. "De delen van de Amerikaanse en Zweedse overheid die ons via contracten sponsoren willen dat er in de toekomst sterke privacy en anonimiteit op het internet bestaat", zegt Tor-directeur Andrew Lewman. "Ga er niet vanuit dat 'de overheid' één coherente entiteit met één gedachte is."
Volgens Roger Dingledine, één van de oprichters van het Tor Project, is het geld van het Ministerie van Defensie eerder een onderzoeksbeurs dan een aanbesteding. Daarbij zou de Amerikaanse overheid de Tor-ontwikkelaars nog nooit hebben gevraagd om een backdoor toe te voegen.
Dingledine geeft hiervoor als reden dat Tor over veel advocaten beschikt en dat ze zich hier tegen zullen verzetten. Daarnaast wordt er ook met veel opsporingsdiensten samengewerkt om te laten zien hoe Tor werkt en hoe ze het kunnen gebruiken om zichzelf te beschermen.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.