Ict-jurist Arnoud Engelfriet geeft elke week antwoord op een interessante vraag over beveiliging, recht en privacy. Heb jij een vraag? Stuur hem naar juridischevraag@security.nl.
Vraag: De heersende gedachte - zeker op Security.nl - aangaande open Wifi access points is dat je als aanbieder van zo'n access point niet aansprakelijk bent voor hetgeen je gebruikers daarover downloaden. Zie jouw artikel "Wie is er aansprakelijk voor open wifi?"
Recent las ik echter dat het Europese Hof anders oordeelt: Wanneer iemand illegaal films, boeken of games binnenhaalt of verspreidt via zijn computer, kan hij er niet mee wegkomen door zijn ouders de schuld te geven. Betekent dit dat je nu wél aansprakelijk bent voor je huisgenoten? Moeten we als admins nu voortaan extra voorzichtig moeten zijn met open Wifi?
Antwoord: Het Europese Hof van Justitie deed inderdaad recent uitspraak (zaaknr. C-149/17) over de aansprakelijkheid van de eigenaar van een wifi access point. Dit was in een Duitse kwestie waarbij de houder van een internetaansluiting van illegaal downloaden van een audioboek werd beschuldigd.
In Duitsland wordt veel actiever achter downloaders aangezeten dan bij ons. De Abmahnung-praktijk met name is berucht: advocaten speuren naar IP-adressen en sturen blafbrieven voor enkele honderden euro’s naar vermeende downloaders. Volgens mij is er nog nooit daadwerkelijk doorgepakt en bij de rechter zo’n bedrag goedgekeurd, maar veel mensen daar maken zich er zorgen over en zoeken naar redenen om van de sommatie af te komen.
In de praktijk komt men natuurlijk bij de abonnementshouder achter het gebruikte IP-adres uit, want dat is de enige informatie die de internetprovider bezit. Het is natuurlijk goed mogelijk dat een huisgenoot of gezinslid feitelijk de download uitvoerde. Zo ook in de zaak die bij het Hof uitkwam: er was via het IP-adres van de gedaagde een audioboek gedownload, maar de man ontkende in alle toonaarden. De rechtbank in eerste instantie sprak hem vrij, omdat hij had aangegeven dat ook zijn inwonende ouders toegang hadden tot internet. Daarmee is het in theorie mogelijk dat zij de download hadden begaan, hoewel zij
bij zijn weten evenwel dit werk niet op hun computer hadden, niet op de hoogte waren van het bestaan ervan en geen filesharing-software gebruikten. De computer van de betrokkene was op het tijdstip van die inbreuk op het auteursrecht bovendien uitgeschakeld.
In hoger beroep keek men er anders tegenaan: het meest waarschijnlijk was dat de man zelf de inbreuk had gepleegd door zonder toestemming te downloaden, en dat is nu eenmaal de bewijsrechtelijke lat in het aansprakelijkheidsrecht. Geen zekerheid zoals in het strafrecht, maar slechts iets meer dan 50/50 verdeling van de waarschijnlijkheden.
Alleen was er in Duitsland jurisprudentie van het Bundesgerichtshof, de hoogste rechter:
Conform de rechtspraak van het Bundesgerichtshof, zoals door de verwijzende rechter uitgelegd, is het immers aan de verzoeker om een inbreuk op het auteursrecht te stellen en te bewijzen. Voorts wordt vermoed dat de houder van een internetaansluiting een dergelijke inbreuk heeft gemaakt, wanneer op het tijdstip van de inbreuk geen enkele andere persoon deze aansluiting kon gebruiken. Indien de internetaansluiting ontoereikend was beveiligd of bewust voor anderen beschikbaar was gesteld, kan de houder van deze aansluiting evenwel niet geacht worden deze inbreuk te hebben gemaakt.
Oftewel, in Duitsland geldt (gold) dus de regel dat je alléén de houder van een aansluiting aansprakelijk mag stellen als hij de enige was die de aansluiting gebruikte. Zijn er meer mensen, dan moet je als rechthebbende met meer bewijs komen welke van die mensen het dan was. En dat lukt natuurlijk zelden.
Het Hof van Justitie gooit deze regel van tafel. Voor een effectieve handhaving van auteursrecht is het noodzakelijk dat er geen keiharde regels in de weg staan die in de praktijk nooit te bewijzen zijn. Als je met alles wegkomt door "mijn moeder kan hier ook internetten" te zeggen, dan is de handhaving van auteursrecht niet meer reëel. Die regel is dus oneerlijk en mag niet worden gevoerd. Daarom verklaart het Hof die Duitse jurisprudentie ongeldig.
Dit betekent dan weer niet dat je dus altijd wél aansprakelijk bent als er via jouw IP-adres iets wordt gedownload. Want je valt nu terug op de gewone, open regel van bewijsrecht dat de rechthebbende aannemelijk moet maken dat jij het was. Niet wettig en overtuigend bewijzen -dat is strafrecht- maar met dus 51% zekerheid. Ik denk dat je in Nederland dan uitkomt bij "je was de houder" met een snippertje extra feitelijke onderbouwing, waarna de houder iets van een verhaal moet geven waarom hij het niet is.
Arnoud Engelfriet is Ict-jurist, gespecialiseerd in internetrecht waar hij zich al sinds 1993 mee bezighoudt. Hij werkt als partner bij juridisch adviesbureau ICTRecht. Zijn site Ius mentis is één van de meest uitgebreide sites van Nederland over internetrecht, techniek en intellectueel eigendom. Hij schreef twee boeken, De wet op internet en Security: Deskundig en praktisch juridisch advies.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.