Minister Plasterk wil geen reactie geven op Kamervragen over een Nederlandse Tor-server die door Russische hackers zou zijn gebruikt om de Democratische Partij in de VS aan te vallen. De Amerikaanse overheid publiceerde eind december informatie over hackers die achter de aanval zouden zitten.

Het ging onder andere om een kleine 900 ip-adressen die de aanvallers gebruikten, waaronder 70 Nederlandse ip-adressen. Onder de Nederlandse ip-adressen bevond zich ook een Tor-server van de Nederlandse privacy-activist Rejo Zenger, die vervolgens uitgebreid in de media kwam. SP-Kamerleden Gesthuizen en Van Raak vroegen een reactie aan minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en de inmiddels opgestapte minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie.

"Het kabinet doet in het openbaar geen uitspraken over specifieke casussen. We worden als bewindspersonen langs geëigende kanalen geïnformeerd over ontwikkelingen en incidenten", antwoordt Plasterk nu. "In algemene zin kan worden aangegeven dat het kabinet, onder meer in het CSBN 2016 heeft geconstateerd dat statelijke actoren steeds meer inzetten op digitale middelen voor spionage-, beïnvloedings- en sabotagedoeleinden."

Ook wilden de SP-Kamerleden weten of het klopt dat dergelijke aanvallen niet kunnen worden voorkomen en wat er wordt gedaan om dergelijke aanvallen zoveel mogelijk te voorkomen. Plasterk wijst naar een eerder gegeven antwoord dat politieke partijen primair zelf verantwoordelijk zijn voor hun informatiebeveiliging, maar dat de overheid hierbij wel wil helpen. "Het verhogen van bewustzijn rondom cybersecurity neemt hierin een belangrijke plaats in", aldus de minister (pdf).

Verder stelden Gesthuizen en Van Raak de vraag of spionnen gebruik hebben gemaakt van kwetsbaarheden in het e-mailverkeer van de Amerikaanse Democratische partij en hoe dergelijke kwetsbaarheden in het Nederlandse e-mailverkeer kunnen worden voorkomen of opgelost. "Ten aanzien van de Russische activiteiten en intenties jegens de Amerikaanse presidentsverkiezingen verwijs ik naar het openbare rapport dat de Amerikaanse inlichtingengemeenschap op 6 januari jl. publiceerde", luidt het antwoord van Plasterk.

Afsluitend merkt de minister op dat het kabinet permanent werkt aan het vergroten van het bewustzijn rondom cybersecurity, in het bijzonder ook in relatie tot de Tweede Kamerverkiezingen van maart. "Zo is er in dat verband bijvoorbeeld vanuit de NCTV, in samenwerking met de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, contact met politieke partijen over hun digitale veiligheid."