Minister Van Weel van Justitie en Veiligheid gaat kijken of een regeling voor slachtoffers van onlinefraude, waardoor die gegevens van de vermeende oplichter bij hun bank kunnen opvragen om zo de geleden schade via bijvoorbeeld een deurwaarder te verhalen, bekender kan worden. Dat laat de minister in een brief aan de Tweede Kamer weten. Eind vorig jaar werd bekend dat slachtoffers van online oplichting nauwelijks gebruikmaken van de Begunstigde bij niet-bancaire Fraude (PNBF)-procedure.
Via deze procedure kunnen slachtoffers naam, adres en woonplaats van de vermeende oplichter opvragen. Vervolgens kunnen slachtoffers de oplichter aansprakelijk stellen en via een civiele procedure proberen het geld terug te krijgen. Vaak zijn de Landelijke Associatie van Gerechtsdeurwaarders (LAVG), Service Organisatie Directe Aansprakelijkstelling (SODA) en Aansprakelijkgesteld Nederland bij het proces betrokken.
Afgelopen december werd in de Tweede Kamer unaniem een motie aangenomen die de regering oproept om samen met Betaalvereniging Nederland en de Nederlandse Vereniging van Banken te onderzoeken hoe bij onlinefraude de PNBF-regeling bekender en effectiever kan gaan worden en de regeling naar paymentserviceproviders uit te breiden.
Van Weel laat weten dat er inmiddels overleg heeft plaatsgevonden. Betaalvereniging Nederland bevestigde dat er met de aangesloten leden, banken en Nederlandse paymentserviceproviders een werkwijze is afgesproken hoe zij onderling samen kunnen werken om een slachtoffer van online fraude te ondersteunen in een poging het overgeboekte bedrag terug te halen. Banken bieden dit op vrijwillige basis aan.
De minister stelt dat de PNBF-regeling naar de aard van de afspraak en naar de inhoud geen algemene regeling is waarop gedupeerden aanspraak maken of waarvan de toepassing afdwingbaar is door Betaalvereniging Nederland. Het gaat hierbij ook om een aangelegenheid van individuele banken die niet centraal wordt geregistreerd, gaat Van Weel verder. Hij voegt toe dat het uiteindelijk een aangelegenheid is van twee banken die "buitengerechtelijke bemiddeling" tussen de rekeninghouders mogelijk maken.
"Hierbij is sprake van een precair evenwicht dat betaaldienstverleners dit willen faciliteren maar elke vorm van eigenrichting naar mogelijke daders, geldezels en slachtoffers afwijzen", merkt de bewindsman op. "Aanleiding of reden om als overheid nog meer van de betaaldienstverleners af te dwingen dan wat zij op dit punt al kunnen doen, zie ik op dit moment niet." Wel zal samen met politie en Betaalvereniging Nederland worden overlegd hoe het bereik van de PNBF-regeling kan worden vergroot.
Je bent niet ingelogd en reageert "Anoniem". Dit betekent dat Security.NL geen accountgegevens (e-mailadres en alias) opslaat voor deze reactie. Je reactie wordt niet direct geplaatst maar eerst gemodereerd. Als je nog geen account hebt kun je hier direct een account aanmaken. Wanneer je Anoniem reageert moet je altijd een captchacode opgeven.