Wat is dat voor geneuzel??? Een rijbewijs?
Inleiding
      De normale weg lijkt heel erg makkelijk te
      gebruiken. Als je er echter over nadenkt dan blijkt dat je eerst hebt
      moeten leren om je evenwicht te bewaren als je loopt (op de leeftijd van
      ongeveer 12 maanden) daarna als je fietst (tussen de 3 en 5 jaar). Het
      vinden van dit evenwicht (dat uiteindelijk tussen onze oren zit) is voor
      het merendeel van de bevolking voldoende om van de normale weg gebruik te
      maken. 
      Op latere leeftijd werden we geconfronteerd met meer regels. 
      Verkeersregels. Zonder de bescherming van pa of ma naar school
      fietsen. En zorgen dat je ook nog aankomt. Op de lagere school kreeg je 
verkeersles, later werd je door je
      ouders er toe aangezet om je autorijbewijs te halen. Dat was immers 
  beter voor je toekomst.
      In deze tijd blijkt echter dat een bekwaamheidsbewijs voor computers
      belangrijker is geworden dan een rijvaardigheidsbewijs voor een auto (een
      van mijn beste vrienden houdt zich al 30 jaar staande in dit turbulente
      leven met alleen de elektronische snelweg aan zijn voeten).  
      Onevenwichtig, bijna wankelend, bewegen we ons over de nieuwe wegen die
      het internet voor ons heeft geopend. Als we echter iets verder kijken dan
      blijkt dat de regels die ons houvast kunnen geven niet zo moeilijk zijn.
      Eigenlijk heeft het veel te maken met het gebruiken van je boerenverstand
      en iets minder met leren van regels. Ons boerenverstand hebben we
      allemaal.  En je bent nooit te oud om iets te leren.
      Hieronder een 
chronologisch overzicht van het ontstaan van het
      internetrijbewijs en mijn (onverbloemde) mening.
Historie
      De overeenkomsten tussen het verkeerswegennet en het internet (of
      eigenlijk het 
world wide web, het wereldwijdeweb, oftewel Web)
      wordt door het CERN (de organisatie die het Web  heeft uitgevonden)
      geïntroduceerd (misschien ook wel niet, maar ja). In publicaties van
      jaren geleden zijn zelfs de verkeersborden te zien.
      Ericsson maakt in een film 
uit
      1999 de analogie tussen het verkeer en het internet compleet in een
      prachtige animatiefilm over IP pakketjes die vermomd als vrachtwagen hun
      weg zoeken van computer naar computer (aan de Nederlandse vertaling van
      deze film wordt door
      ondergetekende ondertussen gewerkt).
      De Cursor publiceert op
12
      december 1999 het bericht dat Robert Cailliau (wie
      is dat nu weer zult u denken ... een mede-uitvinder van het internet)
      zich had uitgesproken voor het verplicht stellen van een
      internetrijbewijs. Zodat we beter leren om te gaan met  de
      (on-) mogelijkheden van het internet.
      In een
      e-Zine uit 1999 (een wat? ...) wordt (zover ik kon vinden) een eerste
      maal commentaar gegeven op het voorstel van een rijbewijs voor internet.
      Het commentaar? "Voor tv kijken en radio luisteren heb je toch ook geen
      rijbewijs nodig!". 
      Het internet management team (wie?) laat
in het
      eerste kwartaal van 2000 "het digitaal rijbewijs" het leven zien. De
      ingangsdatum waarop dit bewijs verplicht zou moeten worden (1 april 2000)
      geeft echter te denken over de uiteindelijke bedoelingen. De test valt
      mee, ik slaag direkt met vlag en wimpel.
      Op Gamers.nl wordt de knuppel in het hoenderhok gegooid door Joran
      Polak. In zijn column "Sorry, u bent gezakt" uit
februari 2001 vertelt
      hij "
De overheid zou hier toch wat daadkrachtiger uit de hoek
      moeten komen". Daadkrachtiger. De overheid  houdt zich echter
      alleen bezig met het aanleggen van nieuw asfalt. En niet met het opstellen
      van regels.
      Ondergetekende veroorzaakt een discussie op Security.nl met zijn column
      "Paspoort voor internetgebruikers". Het is dan
eind juli 2001.
      In dezelfde maand valt in het PVA "
Het MKB in de digitale delta" te
      lezen dat de overheid zich (met betrekking tot de promotie van het
      internet bij het MKB) primair richt op het creëren van goede
      randvoorwaarden en het wegwerken van marktimperfecties. Verder is er te
      lezen dat er een campagne wordt gestart:
Campagne internet en veiligheid
De aandacht voor beveiliging moet zo langzaam maar zeker ook bij de
      gebruiker worden bevorderd. Om dat te bewerkstellingen zal de overheid
      waarschijnlijk in de loop van 2001 een campagne rond het thema internet en
      veiligheid starten om gebruikers beter bekend te maken met de risico~Rs
      op het gebied van informatiebeveiliging, maar ook met de oplossingen
      die hem daarvoor ter beschikking staan. De primaire verantwoordelijkheid
      voor de campagne ligt bij de ministeries van Economische Zaken en Verkeer
      en Waterstaat.
      Twee zaken vallen hierin op: ten eerste lijkt men zich bij het ministerie
      nu pas druk te maken over de gebruikersrisico's, ten tweede lijkt
      de grammatica controle van de tekstverwerker die op het ministerie wordt
      gebruikt defect........ Ik leg alvast de domeinnaam "internetrijbewijs.nl" vast.
      Phons Bloemen schrijft
in augustus 2001
      zijn column "Klakkeloze Dubbelklikker". Er wordt niet gesproken over een
      rijbewijs, maar wel over de verantwoordelijkheid van de gebruiker. Eerder
      dat jaar (in 
      maart om precies te zijn) schrijft hij al dat de rol van ISP's met
      betrekking tot het opvoeden van gebruikers wel eens anders zou mogen.
      Peter Lievense schrijft in de Automatiseringsgids in
      augustus 2001 een opiniestuk over het verplicht stellen van het opdoen
      van basis vaardigheden rondom het internet. De reakties van het publiek
      een week later liegen er niet om.
      In Nieuw-Zeeland gaan ze nog iets verder. Door een uitbreiding (
augustus
      2001) van de computercriminaliteitswet aldaar lijkt het erop dat men
      argeloze gebruikers die een virus rondsturen
 roekeloosheid kunnen
      gaan verwijten. Dit alles dankzij de enorme media aandacht die er is voor
      het fenomeen
 virussen. Simpel beredeneerd zou men kunnen zeggen dat
      een eindgebruiker het ondertussen wel zou moeten weten.
      Over een internetrijbewijs (of digitaal rijbewijs) en de
      verantwoordelijkheid van de gebruiker op het internet wordt dus veel
      gesproken.
En de overheid dan? Doet die niets?
      In 1997 wordt (da's dus vroeger dan ik dacht) voor de eerste maal
      (openbaar) gesproken over een digitaal rijbewijs (volgens overheid.nl). In
      september 1997 wordt tijdens een algemeen overleg het volgende gezegd
      "
Omdat 80% van de jongeren die op de arbeidsmarkt komen met een
      computer te maken krijgen, moeten de jongeren in het onderwijs vertrouwd
      worden gemaakt met de computer. Zij moeten als het ware een digitaal
      rijbewijs behalen, waarmee zij zijn voorbereid op de wereld waarin ICT een
      grote rol speelt."
      In de toelichting op de begroting uit
      oktober 1997 van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en
      Wetenschappen wordt vastgesteld: "
In de komende jaren wordt veel
      geïnvesteerd in hardware, (interne) netwerkverbindingen, software,
      scholing en in de ontwikkeling van een digitaal rijbewijs."
      November 1997 laat ons lezen dat "
In elk geval worden ROC~Rs die
      opleidingen op het niveau van Digitaal Rijbewijs aanbieden betrokken.
      Informatie over de inhoud van het Digitaal Rijbewijs is bij deze brief
      gevoegd."
      Een jaar verder, in
      november 1998 wordt in de derde voortgangsrapportage "ICT en
      onderwijs" het digitaal rijbewijs weer genoemd: "
De Nederlandse variant
  daarvan, het Europees Computerrijbewijs (ECR), wordt thans uitgetest in
      een aantal ROC~Rs en in een lerarenopleiding. Deze proeffase vindt plaats
      met financiële ondersteuning vanuit het innovatieprogramma BVE2000.
      Wanneer deze testfase goed uitpakt, dan zal bredere implementatie
      plaatsvinden: het is dan voor burgers mogelijk zich in de vorm van het
      Europees Computerrijbewijs een bewijsstuk te verwerven voor opgedane
      competenties in het gebruik van de personal computer. Zo~Rn rijbewijs kan
      voor volwassenen een belangrijke stimulans zijn om vertrouwd en vaardig te
      raken in de omgang met de computer".
      In 2001 wordt er weer meer gesproken over het 
digitaal rijbewijs.
      In februari wordt er door mevrouw Barth (PvdA) aan gerefereerd tijdens
      een vergadering van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en
      Wetenschappen. En blijkt dat we in Nederland toewerken naar een digitaal
      rijbewijs voor het onderwijs.
Het Digitaal Rijbewijs 
      Het 
Digitaal Rijbewijs Onderwijs (DRO) wordt in Nederland
      opgezet. 
De nadruk ligt op het verschaffen van een gemeenschappelijke
      basis voor het lesgeven in ICT gerelateerde onderwerpen op scholen.
      Vanaf 
mei 2001 zijn
      14 toetscentra operationeel. Het Digitale Rijbewijs Onderwijs bestaat uit
      5 modulen. Het volledig Rijbewijs gaat f 275,00 inclusief BTW kosten. Maar
      dan mag je wel lesgeven en wie wil dat nu niet? (Voor wie de
      toetsingslijst wil zien: Hoe een
      computer te besturen,
      tekstverwerken,
      hoe te communiceren en informatie te zoeken,
      informatie verwerken en presenteren en
hoe ICT op
      school wordt ingezet. Inderdaad, 
er wordt met geen woord gerept over
      verkeersregels....).
Er is toch een Europeesch Computer Rijbewijs?
      Vanaf Juni 2001 biedt de organisatie "
The
      International Computer Driving License" in samenspraak met het "
European
      Computer Driving License" de internationale versie aan van het
      Europeesche Computer Rijbewijs. Al deze trainingen zijn gericht op het
      verkrijgen van een gefundeerde hoeveelheid kennis over computers en haar
      toepassingen, specifieker gezegd: met 
het verkrijgen van een baan
      voor ogen.
Tot slot
      De ontwikkelingen rondom het digitaal rijbewijs zijn dus tweeledig:
      men wil  aan kunnen tonen dat we kwalitatief goede
      rij-instructeurs hebben, daarnaast kan een weggebruiker aantonen dat deze
      de rijvaardigheidstoets met goed gevolg heeft doorstaan. 
      Het is jammer dat deze ontwikkelingen zich tot nog toe niet vertaald
      hebben in een plan dat mensen die het internet op gaan (gewoon om te
      browsen en wat te e-mailen en misschien wat te kopen) in kleine stappen wegwijs maakt
      en op de hoogte stelt van de daar geldende regels. Het feit dat
      het Amerikaanse Ministerie van Justitie een dergelijke pagina  al in
februari
      1999 had maakt dit des te schrijnender. 
      De maatschappelijke discussie die nu ontstaan is richt zich onder
      andere op de verantwoordelijkheid van ISP's. Een groot aantal ervan heeft
      ondertussen besloten om over te gaan tot het controleren op virussen van
      de e-mail van hun gebruikers. De meningen hierover zijn verdeeld; ik weet
      ook niet of de (mogelijke) schending van de privacy die hiermee gepaard
      gaat de extra bescherming die het geeft wel waard is.
      De toekomst zal het in ieder geval leren. Nu wij nog.
      September 2001
Leon Kuunders