Terroristen zijn zeer actief op het internet en een cyberaanval heeft dezelfde gevolgen als een goed geplaatste bom, dat liet FBI directeur Robert Mueller tijdens de RSA conferentie weten. Een grootschalige cyberaanval heeft nog niet plaatsgevonden, maar Mueller noemde talloze denial-of-service aanvallen en gedefacede websites als voorbeeld. "In de afgelopen 10 jaar is de online aanwezigheid van al Qaeda net zo potent als de fysieke aanwezigheid geworden. Extremisten gebruiken het web niet alleen voor rekrutering en radicalisering, maar ook voor het aanzetten tot terrorisme."

Volgens Mueller zijn terroristen erg geïnteresseerd in het opdoen van hacking kennis. Daarbij trainen ze hun eigen rekruten of huren ze buitenstaanders, met als doel het combineren van fysieke en cyberaanvallen. "Duizenden extremistische websites promoten geweld aan een al gewillig publiek. Ze plaatsen video's over het maken van rugzakbommen en bio-wapens." Ook worden sociale netwerken ingezet voor het in contact brengen van terroristen die acties uitvoeren met degene die de acties bedenken.

Spionage
Naast terrorisme waarschuwde Mueller ook voor cyberspionage. Via spear-phishing krijgen aanvallers toegang tot bedrijfsgegevens en andere vertrouwelijke informatie. Het gaat daarbij niet alleen om dataverlies, maar ook het corrumperen van gegevens. "We maken ons zorgen over de integriteit van je broncode. Als hackers subtiele, onopgemerkte aanpassingen aan je code maken, kunnen ze permanente toegang krijgen tot alles wat je doet. Hetzelfde geldt voor degene met toegang tot hardware en software in de wereldwijde logistieke keten."

Daarbij gaan Amerikaanse bedrijven beetje bij beetje kapot. "We bloeden gegevens, intellectueel eigendom, informatie en broncode, beetje bij beetje, en in sommige gevallen terabyte bij terabyte." De oplossing bestaat niet alleen uit betere detectie en het stoppen van aanvallen, zo merkt Mueller op. "We spelen het cyber equivalent van kat en muis, en helaas lijkt de muis steeds een stap voor te lopen."