Als het aan Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie ligt worden alle kentekengegevens die de politie automatisch vastlegt, vier weken bewaard. Dit zou volgens de minister de pakkans van criminelen vergroten. Daarom is er vandaag een wetsvoorstel voor advies naar verschillende instanties gestuurd. De regeling zou drie jaar moeten gelden, waarna die vervalt als blijkt dat het bewaren van de gegevens niet effectief voor de opsporing is.

De politie werkt al met kentekenherkenning (ook wel automatic numberplate recognition of ANPR genoemd) maar mag nog niet alle gegevens bewaren om deze later te raadplegen. Een bewaartermijn van tien dagen, waar het vorige kabinet aan dacht, vindt Opstelten te kort om de politie in staat te stellen zaken op te lossen. Hij stelt een periode van vier weken voor. Die geldt ook voor opslag van beelden van gemeentelijke toezichtcamera’s.

No-hit
Nu mag de politie kentekenherkenning alleen gebruiken bij uitvoerende politietaken. Met ANPR-camera’s op politievoertuigen en op vaste plekken worden automatisch kentekenplaten gefotografeerd. De kentekengegevens worden vervolgens razendsnel vergeleken met een informatiebestand. Daarin staan kentekengegevens van personen die bijvoorbeeld nog een boete moeten betalen of die nog een straf moet uitzitten. Als de vergelijking een zogeheten ‘hit’ oplevert, dan komt de politie in actie. Een voertuig kan dan direct worden aangehouden. Alle andere gegevens – de no-hits – worden vernietigd.

Als het wetsvoorstel wordt aangenomen mag de politie straks ook deze no-hit gegevens bewaren. Ook kan politie met de gegevens het reisgedrag in kaart brengen. Naast het kenteken en de foto van het voertuig, worden ook gegevens bewaard over de locatie, de datum en het tijdstip. De naam van de kentekenhouder wordt niet opgeslagen. Die wordt pas bekend als relevante kentekengegevens zijn gevonden en navraag wordt gedaan bij het kentekenregister. Volgen het plan van Opstelten krijgen alleen bevoegde politieagenten toegang tot kentekengegevens.