De politie van het Brabantse Cranendonck-Heeze-Leende heeft via het surveilleren op internet een verboden wapen opgespoord. De alarmrevolver was te zien op YouTube en op het blote oog niet van een echt vuurwapen te onderscheiden. Een agent zag het filmpje begin augustus op YouTube, waarin een jonge man met iets schiet dat op een vuurwapen lijkt. Hij geeft de informatie door aan een collega die is opgeleid tot internetsurveillant.

De man weet de gebruikersnaam van de persoon te achterhalen die het filmpje op YouTube heeft geplaatst, evenals zijn woonplaats en geboortedatum. De gevonden gegevens worden vervolgens door de politiesystemen gehaald. "Na anderhalf uur digitaal rechercheerwerk vallen de puzzelstukjes samen", waarop de agenten de verdachte bezoeken. Hierbij wordt zowel de gezochte 23-jarige man en het "vuurwapen" aangetroffen. Het blijkt een alarmrevolver met patronen zijn.

De revolver en de patronen zijn in beslag genomen en de verdachte is aangehouden. De verdacht verklaart dat hij het plaatsen van het filmpje op YouTube wel "leuk vond" en niet gedacht had dat de politie hem zou opzoeken. Tegen de man is een proces-verbaal opgemaakt.

Internetsurveillance
De afdeling Cranendonck-Heeze-Leende is één van de negen politieafdelingen van het korps Brabant Zuid-Oost die meedoen aan het landelijke project internetsurveilleren. Binnen de afdeling hebben vijf medewerkers een driedaagse internetsurveillance-opleiding gevolgd. Volgens de politie is Internet is een verlengstuk van de publieke ruimte waarin het een rol kan spelen.

"Niet alleen door het internet te zien als een open bron, maar ook door aandacht te besteden aan strafbaar gedrag en aan hulpvragen. De methoden die de politie in haar dagelijks werk toepast, zoals het rechercheren bij strafbare feiten, het verwerken van meldingen en het surveilleren op plaatsen waar toezicht nodig blijkt, moeten voor toepassing op internet opnieuw worden verkend", aldus politie.

De ervaring die de politie met surveilleren op het gebied van haatzaaiend gedrag heeft opgedaan, zijn verwerkt in werkafspraken en in een opleiding waarmee het project "internetsurveilleren" van start is gegaan. De zes korpsen werken nu samen met het KLPD aan de verdere ontwikkeling van deze werkwijze. De proef loopt tot eind 2011.