Het exacte aantal slachtoffers van ransomware in de Europese Unie is lastig vast te stellen, toch verdienen criminelen met deze vorm van malware miljoenen euro's, zo stelt Europol aan de hand van een onderzoek dat het samen met de Nederlandse High Tech Crime Unit (NHTCU) uitvoerde.

Bij ransomware wordt de computer vergrendeld en krijgt het slachtoffer een melding die zogenaamd van een politie- of opsporingsdienst afkomstig is. In de melding wordt gesteld dat de gebruiker een misdrijf heeft begaan en een boete moet betalen om weer toegang tot de computer te krijgen. Naar schatting heeft ransomware miljoenen computers geïnfecteerd en hebben tienduizenden mensen de gevraagde boete betaald.

Ontwikkelingen

Daarnaast staan de ontwikkelingen van ransomware niet stil. Zo verscheen vorig jaar de Cryptolocker-ransomware, die bestanden versleutelt. Daardoor lopen slachtoffers het risico dat ze gegevens permanent verliezen. Volgens Europol zullen cybercriminelen in de toekomst meer slachtoffers met ransomware maken, door zich op nieuwe markten en verschillende besturingssystemen en apparaten te richten.

"Malware-aanvallen in de vorm van ransomware zullen helaas toenemen. Het is een 'melkkoe' voor criminele ondernemingen, eenvoudig te gebruiken en lastig voor slachtoffers om zich tegen te beschermen. Allerlei soorten onschuldige gebruikers zijn potentiële slachtoffers van dit misdrijf, niet alleen doorsnee gebruikers, maar ook bedrijven en publieke diensten", zegt Troels Oerting, hoofd van het Europese Cybercrime Centrum.

Bewustzijn

Om het aantal slachtoffers van ransomware terug te dringen pleit Europol voor meer bewustzijn bij politieagenten en doorsnee internetgebruikers. Met name minder technische gebruikers lopen het risico om slachtoffer te worden. Daarom zou er niet alleen op internet aandacht aan ransomware moeten worden gegeven, maar ook via traditionele communicatiemiddelen. Wat betreft het bewustzijn bij politiekorpsen is het volgens Europol belangrijk dat ze weten wat het probleem inhoudt en dat ze duidelijke richtlijnen hebben hoe hiermee om te gaan.