Het gebruik van de Stuxnetworm om een Iraanse uraniumverrijkingscentrale te saboteren was illegaal, aldus een nieuwe handleiding van de NAVO over cyberoorlog. Die bestempelt de aanval die door de Amerikaanse en Israëlische autoriteiten zou zijn uitgevoerd als een 'act of force'. Volgens hoofdauteur Michael Schmitt is het gebruik van geweld niet toegestaan tenzij het om zelfverdediging gaat.

De groep van 20 onderzoekers die de 'Tallinn Manual on the International Law Applicable to Cyber Warfare' schreven zijn unaniem over het feit dat Stuxnet een geweldshandeling was. De schrijvers zijn verdeeld of de gevolgen een gewapende aanval zouden rechtvaardigen. De VS en Israël hebben openlijk nooit toegegeven achter de aanval te zitten.

Stuxnet
Daarbij werd een worm ontwikkeld die de centrale in Natanz infecteerde. Er zouden verschillende varianten van de worm zijn gemaakt, allen met het doel om het Iraanse atoomprogramma te verstoren. De eerste versie probeerde de kleppen te saboteren, de latere varianten hadden het op de centrifuges voorzien.

Het toerental werd aangepast, terwijl de systeembeheerders werd voorgeschoteld dat alles in orde was. Hierdoor raakten de centrifuges beschadigd. Uiteindelijk werden de latere Stuxnet-varianten door een fout in het verspreidingsmechanisme ontdekt. De worm bleek ook machines buiten Natanz te infecteren.

Misdrijf
Schmitt stelt tegenover de Washington Times dat een cyberaanval een misdrijf is als die voor de gevechtshandelingen beginnen. Als het begint na de geweldshandelingen, dan zou het doden van de hackers achter een cyberaanval geoorloofd zijn, aangezien ze dan als strijders aan de vijandigheden hebben meegedaan.