De rechtbank heeft vier verdachten uit Rotterdam, Barendrecht, Almere en Den Haag, waarvan twee hbo-studenten zijn, veroordeeld tot gevangenisstraffen voor hun betrokkenheid bij het op grote schaal stelen van geld van online bankrekeningen, zo heeft de rechtbank bekendgemaakt.

De verdachten maakten deel uit van een groep die wereldwijd actief was en malware gebruikte om geld via internetbankieren te stelen. Naar schatting zouden de criminelen via de malware 2 miljoen euro hebben buitgemaakt. Zodra computers met de malware waren geïnfecteerd kregen slachtoffers tijdens het inloggen op internetbankieren een nagemaakte banksite te zien. Ook werden de mobiele telefoons van slachtoffers geïnfecteerd, om zo de sms-berichten met TAN-codes van de bank te onderscheppen.

Hiervoor lieten de verdachten slachtoffers een zogenaamd veiligheidscertificaat installeren. In werkelijkheid ging het om malware die de smartphone infecteerde. Deze combinatie van infecties maakte het mogelijk banktransacties uit naam van het slachtoffer uit te voeren. Het gestolen geld werd overgeboekt naar rekeningen van katvangers, naar wisselkantoren voor elektronisch geld (zoals bitcoins) en naar bedrijven, waar onder valse namen en adressen goederen werden besteld.

Rollen

De bende waar de mannen deel van uitmaakten opereerde in Oostenrijk, België, het Verenigd Koninkrijk, Finland en Noorwegen. Een Rus stuurde de Nederlandse tak aan en voorzag de Nederlanders van de malware om de gegevens voor internetbankieren te stelen. De rollen van de verdachten verschillen danig. Twee van de vier waren medeverantwoordelijk voor het ontwikkelen van de malware.

Twee anderen komen vooral in beeld bij het innen van het gestolen geld. Alle verdachten hebben niet alleen geldbedragen gestolen, maar ook ondersteunende misdrijven gepleegd als (pogingen tot) oplichting, valsheid in geschrift of computervredebreuk. De opgelegde gevangenisstraffen zijn lager dan de straffen die de officier van justitie heeft geëist. De jeugdige leeftijd van de verdachten heeft hier vooral een rol bij gespeeld.

Ook het feit dat geen van de verdachten eerder voor dit soort feiten was veroordeeld heeft voor een lagere straf gezorgd. De opgelegde gevangenisstraffen bedragen 39 maanden, 36 maanden, 24 maanden en 24 maanden; van elk van deze straffen zijn telkens 6 maanden voorwaardelijk opgelegd. Het OM had 6,5 jaar tegenover de hoofdverdachte geëist en vijf jaar tegen de tweede verdachte. Twee uitvoerders moesten volgens het OM 36 maanden en 30 maanden de cel in.