Het Pentagon heeft 9,4 miljoen dollar uitgetrokken om een virusscanner voor Internet of Things-apparaten te ontwikkelen. Het geld is afkomstig van het Defense Advanced Research Projects Agency (DARPA), de onderzoekspoot van het Pentagon, en bedoeld voor het Georgia Institute of Technology.
Het Pentagon wil dat de onderzoekers een nieuwe techniek ontwikkelen voor het draadloos scannen van Internet of Things-apparaten op malware, zonder dat de werking van de apparatuur wordt beïnvloed. Om eventuele malware te vinden zal de scanner side-channel-signalen analyseren. Dit is elektromagnetische straling die apparaten bij het uitvoeren van programma's afgeven. Deze signalen zijn op een afstand van een halve meter uit te lezen. Door de signalen te vergelijken met de waardes van wat apparaten normaal zouden afgeven, kunnen de onderzoekers achterhalen of er malware is geïnstalleerd.
"We zullen kijken hoe het programma zijn gedrag verandert. Als een Internet of Things-apparaat wordt aangevallen, zal de aangebrachte malware de werking van het programma beïnvloeden, en dat kunnen we op afstand meten", zegt Alenka Zajic die het project leidt. Voor de ontwikkeling van de virusscanner is een periode van vier jaar uitgetrokken. In deze periode zullen naar schatting 30 miljard Internet of Things-apparaten operationeel worden. De apparaten hebben vaak beperkte rekenkracht, waardoor ze zelf geen virusscanner kunnen draaien. Een scan die buiten het apparaat kan worden uitgevoerd zou dit probleem tackelen.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.