De Amerikaanse toezichthouder FTC heeft verschillende bedrijven wegens paniekzaaiende pop-ups aangeklaagd. De pop-ups zouden duizenden internetgebruikers onterecht bang hebben gemaakt dat er problemen met hun computer waren en er toe hebben geleid dat slachtoffers honderden dollars betaalden om de niet bestaande problemen door één van de bedrijven op te laten lossen.

De pop-ups moesten internetgebruikers laten geloven dat ze van Apple of Microsoft afkomstig waren en waarschuwden dat het systeem met malware was besmet. Vaak waren de advertenties voorzien van luide alarmen of opgenomen berichten die waarschuwden dat de computer met malware was besmet. Ook kwam het voor dat de advertenties de browser van de internetgebruikers kaapten, zodat die verder niets konden doen. In de pop-ups werd vervolgens opgeroepen een gratis helpdesknummer te bellen.

Zodra getroffen internetgebruikers het helpdesknummer belden werden ze doorgeschakeld naar een callcenter in India. De callcentermedewerkers deden zich voor als partner van grote technologiebedrijven en stelden dat ze toegang tot de computer van de gebruiker moesten krijgen om het probleem vast te stellen. Nadat er toegang was verkregen toonden de callcentermedewerkers allerlei bestanden en mappen waaruit zou blijken dat de computer inderdaad was besmet.

Voor het verhelpen van de zogenaamde problemen moesten bedragen tussen de 200 en 400 dollar worden betaald. Volgens de FTC hebben de bedrijven door deze werkwijze de Amerikaanse wetgeving overtreden. De toezichthouder heeft de bedrijven daarom nu aangeklaagd. Een Amerikaanse rechtbank heeft inmiddels de middelen van de bedrijven bevroren en een bevel afgegeven dat ze tijdelijk met hun activiteiten moeten stoppen.