Opnieuw zijn er in de Tweede Kamer vragen gesteld over de publicatie van een rapport van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) na het referendum over de sleepwet eerder dit jaar. In het rapport stelt de CTIVD dat er aanvullende privacywaarborgen nodig zijn als de AIVD data met buitenlandse inlichtingendiensten deelt. Ook had de toezichthouder "onregelmatigheden" bij de AIVD aangetroffen.

Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken had het rapport al voor het referendum in handen, maar besloot dit pas na het referendum over de sleepwet vrij te geven. Deze week kwam Nieuwsuur met het nieuws dat een eerste versie van het rapport al half september vorig jaar in handen van Ollongren was. De minister maakte het rapport pas op 28 maart openbaar, na het referendum over de sleepwet. Volgens het ministerie komt dit doordat er moest worden afgestemd met buitenlandse inlichtingendiensten. PvdA-Kamerlid Kuiken heeft echter vragen over de besluitvorming. Ze stelde in maart van dit jaar ook al Kamervragen over de publicatie van het rapport.

Nu vraagt Kuiken of de minister heeft beseft dat het genoemde rapport van belang kon zijn in de meningsvorming over de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en welke conclusie ze hieraan heeft verbonden. Ook moet Ollongren laten weten of ze het eens is met de conclusie van de CTIVD, dat de privacy beter beschermd moet worden bij de uitwisseling van gegevens met buitenlandse diensten, van invloed had kunnen zijn op de uitslag van het referendum. "Zo ja, waarom deelt u dan ook de mening dat de kiezer op basis van onvolledige informatie zich over die wet heeft moeten uitspreken? Zo nee, hoe kunt u dit uitsluiten?", aldus de vragen van het PvdA-Kamerlid.

Verder moet de minister duidelijk waarom het rapport niet voor het referendum kon worden gepubliceerd, aangezien uit documenten lijkt te blijken dat dit wel kon. Tevens moet ze verklaren waarom de afstemming met de buitenlandse diensten niet eerder afgerond kon zijn, mede omdat die het rapport al november vorig jaar kenden. Kuiken wil dan ook weten of Ollongren deze diensten heeft gevraagd om sneller te reageren en wat daarop hun reactie was. De minister heeft drie weken de tijd om de vragen te beantwoorden.