De overheid start op 1 juli in de regio Twente een proef met de corona-app die het bron- en contactonderzoek van de GGD moet ondersteunen. Dat heeft minister De Jonge van Volksgezondheid in een brief aan de Tweede Kamer laten weten. De op dat moment beschikbare versie van de app wordt dan getest door een "representatieve groep" mensen uit de regio.
Begin deze maand heeft er al in samenwerking met het ministerie van Defensie een veldtest plaatsgevonden om de technische werking van bluetooth bij het vaststellen van nabijheid te valideren. Deze test vond plaats op het terrein van het Defensie-CBRN in Vught, waar in een gecontroleerde omgeving door medewerkers van Defensie zeven praktijkscenario's zijn gesimuleerd.
"Zoals bekend is bluetooth op zichzelf onvoldoende nauwkeurig om de afstand te kunnen meten. Dat blijkt ook uit de tests. Voor de notificatie-app is het echter voldoende om een indicatie te hebben van hoe nabij twee telefoons zijn geweest. Door data hierover te combineren met de tijdsduur van de nabijheid kan met aanzienlijke betrouwbaarheid worden gemeten of twee gebruikers van de app in een situatie zijn geweest met risico op besmetting", aldus De Jonge. De resultaten van de veldtest worden nu vergeleken met die van andere landen. Op basis daarvan wordt een besluit genomen over de meest effectieve instelling van de parameters in de app.
Naast de test in de regio Twente die volgende week begint vinden er ook testen plaats met specifieke doelgroepen op specifieke thema's, zoals toegankelijkheid, privacy en beveiliging, en met de GGD-en om te kijken hoe de app in het reguliere contactonderzoek past. Aan het eind van de testperiode dienen de gebruikers de app weer te verwijderen en wordt gericht doorgewerkt aan het verbeteren van de app.
"We moeten alles op alles zetten om een tweede coronagolf te voorkomen. De dijk die die tweede golf kan tegenhouden, dat zijn wij samen. De app kan daar een belangrijke rol in spelen. Mooi dat de regio Twente haar technische expertise en noaberschap ter beschikking stelt om corona samen onder controle te houden", zegt De Jonge.
Verder laat de minister weten dat Nederland met verschillende andere landen samenwerkt om de nationale corona-apps ook buiten de grenzen te laten werken. Zo kunnen Nederlanders in het buitenland worden gewaarschuwd als ze met een besmet persoon in contact zijn gekomen. Het is de verwachting dat een eerste groep landen waaronder Duitsland, Nederland, Italië, Ierland en Polen begin juli deze oplossing kunnen gaan testen.
Tijdens de persconferentie over de coronamaatregelen stelde de minister al dat de corona-app bijna af is. Iets dat hij in de brief herhaalt. Het is nu de bedoeling om rond 15 juli een besluit te nemen over hoe de landelijke introductie van de app moet plaatsvinden. Daarbij wordt onder andere gekeken naar de uitkomsten van de technische testen, praktijktesten en testen met de specifieke doelgroepen, het advies van de Autoriteit Persoonsgegevens, de beveiligingstests en de adviezen van de Taskforces en van de Begeleidingscommissies.
Zodra de app wordt geïntroduceerd zal er ook onderzoek plaatsvinden naar de epidemiologische waarde van de app. "Digitale ondersteuning is namelijk geen doel op zich, maar een middel om samen de epidemie in te dammen", zo stelt De Jonge. Eerder sprak de minister nog de hoop uit dat de corona-app voor de zomervakantie gereed zou zijn.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.