Een voormalig wijkagent van de Eenheid Oost-Nederland die informatie over kentekens uit de politiesystemen doorspeelde aan derden en aangiftes vervalste is door de rechtbank Overijssel veroordeeld tot een taakstraf van tachtig uur.

De politieagente zette twee keer een aangifte van diefstal van zijn spullen op papier en ondertekende die met de naam van een collega. Vervolgens werden de aangiftes bij een verzekeringsmaatschappij ingediend om de schade te kunnen claimen. Volgens de rechter blijkt uit het dossier niet dat er geen inbraken bij de man hebben plaatsgevonden. Dat neemt niet weg dat er sprake van vervalste proces-verbalen is.

Daarnaast bleek uit onderzoek naar diensttelefoon van de man dat hij via WhatsApp meerdere keren om informatie over kentekens is gevraagd. De inmiddels ontslagen wijkagent vroeg de informatie op in de systemen van de politie en gaf die door aan derden. De man deed dat naar eigen zeggen als blijk van service aan personen die hem hadden geholpen bij zijn werk als wijkagent.

Het opvragen van kentekengegevens hoort niet tot de bevoegdhgeden van een wijkagent, zo stelde de rechter. "Hiermee schond de man zijn ambtsgeheim. Hij maakte met opzet onrechtmatig gebruik van zijn inloggegevens en van de systemen van de politie. Het zoeken naar de informatie vond niet alleen buiten werktijd plaats, ze was ook niet werkgerelateerd."

Volgens de rechtbank is de man met deze niet werkgerelateerde zoekopdrachten de grenzen van zijn autorisatie te buiten gegaan. Daarmee zijn zowel de privacy van burgers als het vertrouwen van burgers in de politie geschaad. "Het schenden van het ambtsgeheim en het delen van vertrouwelijke informatie doet ernstig afbreuk aan de integriteit van politie en justitie", aldus de rechter. Die hield bij het bepalen van de strafmaat rekening met de persoonlijke omstandigheden van de agent en het feit dat de man geen criminele intenties had met het opvragen van de gegevens.