Het Amerikaanse ministerie van Homeland Security (DHS) is een bugbountyprogramma gestart waarbij het bedragen van tussen de 500 en 5.000 dollar uitlooft voor het melden van kwetsbaarheden in geselecteerde externe systemen. Met het "Hack DHS" programma wil het ministerie van Binnenlandse Veiligheid eventueel aanwezige kwetsbaarheden verhelpen en de cyberweerbaarheid van het ministerie versterken.

"Het Hack DHS-programma beloont zeer ervaren hackers om kwetsbaarheden in onze systemen te vinden voordat kwaadwillenden daar misbruik van kunnen maken. Het programma is een voorbeeld van hoe het ministerie samenwerkt met de community om de cybersecurity van ons land te beschermen", zegt secretaris Alejandro Mayorkas.

Het programma bestaat uit drie fases. Als eerste zal een model worden ontwikkeld dat ook andere overheidsinstanties kunnen gebruiken om hun cyberweerbaarheid te versterken. Tijdens deze fase zullen hackers bepaalde externe systemen van het ministerie van Homeland Security op afstand gaan testen. Fase twee bestaat uit een live hacking evenement waarbij de hackers ter plekke aan de slag gaan. Als laatste zal DHS de geleerde lessen identificeren en evalueren en plannen voor toekomstige bugbounties maken.

Eerder organiseerde het Amerikaanse ministerie van Defensie het "Hack the Pentagon" programma. Uit dit bugbountyprogramma kwam het Vulnerability Disclosure Program (VDP) voort. In mei van dit jaar besloot het Pentagon alle publieke informatiesystemen onderdeel van het VDP te maken.