Het kamerlid van Dam stelde onlangs de minister van Economische Zaken een aantal vragen over autodialers:

3. Herinnert u zich uw toezegging in de beantwoording van mijn Kamervragen over autodialers (ingezonden 1 december 2003) 2) en uw toezegging in uw brief van 19 december 3) om maatregelen te nemen?

Ja.

4. Onderkent u dat de destijds gesignaleerde problematiek met betrekking tot misbruik van informatienummers, bijvoorbeeld door middel van autodialers, nog steeds op grote schaal voorkomt?

Ja.

5. Kunt u aangeven wat u het afgelopen halfjaar heeft gedaan om de genoemde problematiek op te lossen?

In aanvulling op het systeem van zelfregulering heb ik recentelijk met de herziening van de Telecommunicatiewet en bijbehorende lagere regelgeving twee maatregelen ingevoerd, die bijdragen aan de bestrijding van de genoemde problematiek.

De eerste maatregel betreft het verbod krachtens artikel 4.1 van het Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen[1] op het installeren van dialers op de PC van de consument, zonder hem de mogelijkheid te bieden dit proces te weigeren. Deze maatregel beoogt de transparantie van het installeren van dialers voor de consument te verbeteren. De tweede maatregel is bescherming van de consument tegen afsluiting van de telefoondienst. De bepalingen die hierover zijn opgenomen in de Regeling universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen[2] staan de aanbieders van de openbare telefoondienst niet toe om de consument onaangekondigd af te sluiten van de telefoondienst, maar verplichten de aanbieders van de openbare telefoondienst tot het nemen van passende maatregelen indien de consument een deel van zijn rekening niet betaalt. Deze voorwaarden verbeteren de positie van de consument indien hij, vanwege een geschil over de hoogte van de rekening voor informatienummers, dat deel van zijn rekening niet betaalt.

Omdat het niet gelukt is via zelfregulering het gedrag van partijen in voldoende mate te beïnvloeden, ben ik voornemens dit stelsel van zelfregulering af te schaffen. Daarbij zullen in op de Telecommunicatiewet gebaseerde lagere regelgeving nieuwe verplichtingen worden gecreëerd voor aanbieders van openbare telefoondiensten. Ook zullen voor aanbieders van informatiediensten verplichtingen gecreëerd worden. Deze verplichtingen houden onder meer in dat tarieven beter kenbaar gemaakt moeten worden. Het toezicht op de naleving van deze regelgeving zal door Opta worden uitgevoerd.

Ik tracht overigens zoveel mogelijk aan te sluiten bij de internationale beleidsvorming omtrent de problematiek van het onjuiste gebruik van informatienummers. Dit heeft ook aandacht binnen de Europese Commissie en ander internationaal overleg op het gebied van telecommunicatie, omdat de problemen in meerdere lidstaten spelen en deels ook een grensoverschrijdend karakter hebben.

6. Wanneer kan de Kamer een wetsvoorstel verwachten met betrekking tot het toezicht op het gebruik van telefonische informatienummers en de aanpak van het misbruik van autodialers, zoals aangekondigd in uw brief aan de Kamer van 19 december jongstleden?

Mijn voornemen is verdere onderdelen van de benodigde nieuwe regelgeving gefaseerd in te voeren om zo de implementatie van een nieuw toezichtkader te versnellen. Ik streef naar het tot stand komen van de betreffende lagere regelgeving in het eerste kwartaal van 2005. Hierin zullen aan aanbieders van openbare telefoondiensten aanvullende verplichtingen worden opgelegd.

Een wetsvoorstel, benodigd voor het daadwerkelijk verlaten van de zelfregulering en voor het creëren van verplichtingen voor aanbieders van informatiediensten, zal in het tweede kwartaal van 2005 aan de Kamer worden aangeboden.
(Persbericht MinEZ)