Burgemeester Sharon Dijksma van Utrecht mocht geen dwangsom opleggen aan een jongen die via Telegram had opgeroepen om in opstand te komen tegen het coronabeleid en het vuurwerkverbod. Dat heeft de Raad van State in hoger beroep geoordeeld. Eerder stelde de rechter al dat de burgemeester in strijd met de Grondwet handelde.
De destijds 17-jarige jongen uit Zeist had in november 2021 in een groepschat op Telegram het volgende bericht geplaatst: "Utrecht in opstand, nee 2G & nee vuurwerkverbod! 26-11-21, 19.30, Kanaalstraat, Be there!!! Neem je matties & vuurwerk mee." Volgens de burgemeester overtrad hij daarmee de Utrechtse Algemeen Plaatselijke Verordening (APV). De burgemeester legde hem vervolgens een 'online gebiedsverbod' op. De jongen moest een dwangsom van 2500 euro betalen als hij weer zou oproepen om in Utrecht samen te komen voor het verstoren van de openbare orde.
De jongen was het niet eens met de opgelegde dwangsom en stapte naar de bestuursrechter, die hem begin 2023 gelijk gaf. Het verbod in de APV heeft namelijk geen betrekking op het online doen van een oproep tot verstoring van de openbare orde in Utrecht, zo oordeelde de rechter destijds. "Het verbod houdt in dat het verboden is om bepaald gedrag op een openbare plaats te tonen. Met het plaatsen van een online bericht wordt niet op een openbare plaats bepaald gedrag getoond."
Daarnaast wordt met een openbare plaats bovendien een fysieke plaats bedoeld, liet de rechter verder weten. Een voor iedereen toegankelijke groepschat is weliswaar openbaar, maar daarmee is het geen openbare plaats die binnen de bevoegdheden van de burgemeester valt, ging de rechter verder. Die stelde ook dat het verbieden van online uitingen bovendien een beperking van de vrijheid van meningsuiting zou inhouden die ontoelaatbaar is.
Dijksma ging bij de Raad van State tegen het vonnis in beroep, maar trekt wederom aan het kortste eind. Net als de rechter oordeelt de Raad van State dat een groepschat op Telegram geen publiek toegankelijke plaats is zoals binnen de APV wordt bedoeld. Het gaat dan om bijvoorbeeld om een weg, plein of park. De Raad van State gaat ook niet mee in het standpunt van de burgemeester dat het niet uitmaakt of de oproep digitaal of op locatie is gedaan, zolang de ordeverstoring zich maar op een fysieke plek afspeelt.
"Maar dit volgt niet uit de tekst van de APV", aldus de Raad van State. "Er staat dat de gedraging die tot ordeverstoring leidt moet plaatsvinden op een openbare plaats, anders valt de gedraging niet onder het verbod in de APV." De burgemeester kan het APV-voorschrift dan ook niet gebruiken om op te treden tegen online oproepen tot ordeverstoringen.
Je bent niet ingelogd en reageert "Anoniem". Dit betekent dat Security.NL geen accountgegevens (e-mailadres en alias) opslaat voor deze reactie. Je reactie wordt niet direct geplaatst maar eerst gemodereerd. Als je nog geen account hebt kun je hier direct een account aanmaken. Wanneer je Anoniem reageert moet je altijd een captchacode opgeven.