Minister Donner van Justitie ziet niets in de door CDA en VVD voorgestelde aangifteplicht voor providers als ze kinderporno of discriminerende teksten aantreffen. Als providers de aangifteplicht overtreden zijn ze als het aan CDA en VVD ligt strafbaar. Tot nu toe zijn internetproviders alleen in overtreding als ze een justitieel of gerechtelijk bevel tot het verwijderen van bepaald materiaal negeren. Maar volgens minister Donner is het beter en effectiever om in te zetten op zelfregulering. Hij verwijst daarbij naar de ervaringen met het meldpunt Kinderporno en het Meldpunt Discriminatie. In 2002 ontving het Meldpunt Kinderporno 6119 meldingen. In 224 gevallen werd aangifte gedaan bij de politie. In 180 gevallen is een strafrechtelijk onderzoek opgestart. Het Meldpunt Discriminatie neemt meestal contact op met providers, waarna in 85 tot 90% van de gevallen de illegale inhoud wordt verwijderd.

Volgens minister Donner is de samenwerking tussen de meldpunten en de internetproviders goed. Het ministerie van Justitie overlegt momenteel met de meldpunten, internetproviders, Bits Of Freedom, stichting Brein, het Openbaar Ministerie en de politie over de wenselijkheid om een overkoepelend meldpunt in te stellen voor de beoordeling van verschillende typen illegale inhoud. Inzet is om snelle en betrouwbare procedures te ontwikkelen om onwettige informatie te verwijderen en ontoegankelijk te maken.

Volgens Donner biedt het huidige wettelijke arsenaal ‘voldoende en adequate bevoegdheden’ om op te treden tegen strafbare feiten op Internet. Bovendien biedt de huidige vrijwillige samenwerking tussen justitie, meldpunten en internetproviders voldoende perspectief op een goede vorm van zelfregulering. Donner vreest dat de door VVD en CDA voorgestane aangifteplicht er toe leidt dat providers minder bereid zijn informatie met andere instanties uit te wisselen, omdat ze daarmee het risico lopen dat ze zichzelf in de positie van ‘verdachte’ brengen. Dat kan als uit nader onderzoek blijkt dat de providers officieel aangifte hadden moeten doen. ‘Dat zou ertoe kunnen leiden dat uiteindelijk het strafrechtelijk apparaat onnodig wordt belast en minder adequaat kan worden opgetreden tegen de misstanden waartegen juist ook de indieners van het amendement krachtig wensen op te treden,’ aldus Donner.