Heb jij een interessante vraag op het snijvlak van privacy, cybersecurity en recht? Stuur je vraag naar juridischevraag@security.nl. Elke week geeft ict-jurist Arnoud Engelfriet in deze rubriek antwoord.
Juridische vraag: In ons bedrijf zien we dat veel werknemers elkaar 'op de app' hebben, ze hebben op hun (vaak zakelijke, maar soms privé) telefoons WhatsApp geïnstalleerd en voegen elkaar toe. Dat is vaak werkoverleg, afstemmen van afspraken en dergelijke, soms ook privégebabbel. Nu is bij één werknemer het WhatsApp-account gekaapt en zo heeft de kaper dus de gegevens (en chats) van die collega's te pakken gekregen. Is dat een datalek en zijn wij daarvoor verantwoordelijk?
Antwoord: Dit is weer zo'n casus die laat zien waarom analogieën niet goed werken bij internetrecht. Want wat is in vredesnaam de analogie hier?
Eerste dat in me opkomt: collega's die afspreken in het café wellicht. Daar komen ze elkaar tegen, ze wisselen elkaars nummer uit of noteren dingen op het prikbord van het café zodat ze dat kunnen zien. Dat zouden we een privéaangelegenheid noemen, en pas als er serieuze overlast kwam van die collega's dan zou de werkgever er wellicht wat van kunnen zeggen.
Nee hé, is het ook niet. Want die mix van zakelijke en privé communicatiemiddelen die doet het hem wel hier. En daar is niet echt een analogie voor.
Dus dan draai ik hem om, laten we beginnen bij het probleem. Een ongeautoriseerde derde heeft met een technische truc toegang gekregen tot zakelijke chats en contactgegevens van medewerkers van bedrijf X. Dat die mogelijk op privéapparaten lagen, doet er niet toe. Mijn aktetas is ook privé, diefstal van de inhoud daarvan is toch echt een zakelijke aangelegenheid.
Alleen: wie is verantwoordelijk voor die gegevens? Nou ja, dan zou ik dus zeggen net als bij die aktetas - de werkgever dus. Die staat mij toe dat mee naar huis te nemen in mijn eigen tas. Zijn risico. En natuurlijk dat gaat al 100 jaar goed met aktetassen, maar dat doet niet af aan het principe.
Die lijn doortrekkend krijg je dus: al die gegevens in die WhatsApp-accounts zijn zakelijk en de werkgever is daarvoor verantwoordelijk. Dus datalek en dus meldingsplicht vanuit de werkgever.
Alleen voelt dat ook weer zo raar, het is toch míjn telefoon en mijn contactenlijst met daarin toevallig collega's Daan, Peter en Lisette. Ja, maar niet helemaal: die gegevens heb je via het werk verkregen om het werk beter uit te voeren. Dus toch zakelijk. Of toch niet, kreeg je die werk-06 om zakelijk met ze te bellen of om onzakelijk te chatten? Als ik een pakje op kantoor laat bezorgen, is dat ook geen zakelijke bestelling maar handig gebruik van iets waar ik bij kan.
Uiteindelijk bekijk ik het dan toch maar als een formele kwestie. En formeel zijn die contactgegevens door de werkgever verstrekt voor het werk. Dat de werknemer daarmee van alles privé mag doen, verandert daar niets aan. Ook niet als dat volkomen normaal is, dat privégebruik. Dus is het lekken daarvan een beveiligingsgebrek dat je de werkgever aanrekent. Idem voor de chats, voor zover daar zakelijke informatie in te vinden is.
Anders is dat bij de privénummers die collega's elkaar geven. Die - en de privéchats - hebben niets met werk te maken en staan er dus los van.
Arnoud Engelfriet is Ict-jurist, gespecialiseerd in internetrecht waar hij zich al sinds 1993 mee bezighoudt. Hij werkt als partner bij juridisch adviesbureau ICTRecht. Zijn site Ius mentis is één van de meest uitgebreide sites van Nederland over internetrecht, techniek en intellectueel eigendom. Hij schreef twee boeken, De wet op internet en Security: Deskundig en praktisch juridisch advies.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.