Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) heeft maatregelen genomen om manipulatie van bloedmonsters door het eigen personeel tegen te gaan. Ruim twee jaar geleden stelde de Inspectie Justitie en Veiligheid vast dat het bloed-alcoholonderzoeksproces van het NFI kwetsbaar is voor manipulatie. Aanleiding voor het onderzoek was de aanhouding van een NFI-medewerkster die ervan werd verdacht te hebben geknoeid met bij haar afgenomen bloedmonsters om te verbergen dat zij met te veel alcohol op had gereden.

Volgens het onderzoek bleek dat NFI-medewerkers de resultaten kunnen beïnvloeden door bloedmonsters, de registratie, de analyse of de rapportage te manipuleren. Ook had het NFI nog te weinig oog voor de risico's van manipulatie, aldus de Inspectie. Zo koppelde het NFI bij de intake en registratie van aangeleverde buisjes bloed persoonsgegevens aan de bloedmonsters.

Dit maakt duidelijk bij welke zaak of persoon het bloedmonster hoort. Het biedt kwaadwillende medewerkers echter ook de mogelijkheid om het bloed-alcoholproces bewust te manipuleren. Tevens constateerde de Inspectie meerdere kwetsbare onderdelen in het proces. Zo werd de analyse door één medewerker uitgevoerd, hadden alle toxlab-medewerkers toegang tot de data en waren opslagruimten niet afgesloten.

De Inspectie pleitte in juni 2018 dan ook voor maatregelen om het risico op manipulatie van het onderzoeksproces te verkleinen. Nu bijna drie jaar verder meldt de Inspectie dat het NFI maatregelen heeft genomen. Zo kunnen voortaan alleen geautoriseerde medewerkers op de desbetreffende onderzoeksafdeling komen om de bloedmonsters te testen.

Daarnaast kunnen deze medewerkers niet achterhalen van wie de monsters zijn. Dat ligt bij andere NFI-medewerkers. "Met nog diverse andere verbeteringen is daarmee de mogelijkheid om als medewerker zulk bloedonderzoek te beïnvloeden, erg klein geworden", aldus de Inspectie. Die merkt op dat erbij dit soort processen geen garantie kan worden gegeven dat manipulatie niet voorkomt. "De mens blijft hierin de zwakste schakel."