De lessen die zijn geleerd met het gebruik van het digitale coronabewijs en andere digitale middelen die tijdens de coronacrisis zijn ingezet zullen worden meegenomen in de ontwikkeling van een Europese digitale identiteit, zo heeft staatssecretaris Van Huffelen van Digitalisering laten weten.
Vorig jaar presenteerde de Europese Commissie plannen voor de invoering van een digitale identiteit waarmee burgers zich in de gehele Europese Unie kunnen identificeren. Vanuit een speciale wallet-app voor smartphones moeten burgers zich kunnen identificeren en elektronische documenten delen. Grote platformen zullen worden verplicht om de nieuwe Europese digitale identiteit te accepteren.
Volgens de minister laten online platformen gebruikers met accounts inloggen en worden deze partijen steeds dominanter in Europa, terwijl deze accounts en de online transacties ermee, onvoldoende zekerheid bieden voor betrouwbaar en veilig gebruik en bescherming van gegevens van gebruikers. De Europese digitale identiteit moet Europese burgers een alternatief bieden en hen meer controle geven.
Bij de ontwikkeling van de digitale identiteit wordt ook gekeken naar lessen die tijdens de coronacrisis zijn geleerd. "De lessen die we geleerd hebben door in Nederland op een privacybeschermende manier om te gaan met digitale middelen in de bestrijding van de COVID-19 pandemie, nemen wij mee in de uitwerking van het Europese digitale identiteit raamwerk", laat Van Huffelen weten op Kamervragen van Kamerlid Van Haga.
Het Kamerlid wilde ook van de minister weten in hoeverre het Europese coronabewijs een testcase is voor de ontwikkeling van een digitale identiteit. Van Huffelen merkt op dat het raamwerk voor een Europese Digitale Identiteit en de ontwikkeling van de toolbox voor een digitale identiteit van de EU hier los van staan. "Als vanzelfsprekend zullen de lessen die we geleerd hebben tijdens het gebruik van het digitale COVID-certificaat wel meegenomen worden in de ontwikkeling van deze toolbox", voegt de staatssecretaris toe.
Van Haga vroeg ook of Van Huffelen kan bevestigen dat het opslaan van de persoonskenmerken adres, leeftijd, geslacht, burgerlijke staat, gezinssamenstelling, nationaliteit, onderwijskwalificaties, -titels en -diploma’s, beroepskwalificaties, -titels en –licenties, openbare vergunningen en licenties en financiële en bedrijfsgegevens door de EU als minimale eis is gesteld voor de Europese digitale identiteit.
"Ja, dat kan ik bevestigen", antwoordt de staatssecretaris. Ze merkt op dat de voorgestelde verordening voor het Europese digitale identiteit raamwerk de minimale set van attributen omschrijft die lidstaten uit authentieke bronnen ter beschikking moeten stellen voor gebruik in de wallet-app. "Deze gegevens worden echter nooit 'door de EU' ergens opgeslagen", voegt Van Huffelen toe. "De burger kiest er altijd zelf in vrijwilligheid voor om attributen in een zelf gekozen wallet op te nemen."
De staatssecretaris stelt dat de Europese digitale identiteit burgers juist meer autonomie en regie geeft over eigen gegevens dan de huidige situatie waarin de burger niet over deze attributen kan beschikken en deze vaak op onveilige wijze overgedragen worden. "Denk hierbij aan kopietjes paspoort, gescande handtekeningen of minder veilige cloud of sociale media platformen", voegt ze toe. Op dit moment hebben veertien landen en 59 procent van de EU-bevolking een digitale identiteit. De Europese Commissie wil dit met een Europese digitale identiteit aanpakken.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.