Door Anoniem op 12-01-2024 om 13:02 uur: Door EersteEnigeEchte M.J. - EEEMJ: De rechter vindt, zoals ik eerder zei, terecht dat de ouders erover zouden moeten overleggen. Maar de rechter stelt overleg tussen de ouders ten onrechte als voorwaarde voordat de grondrechten(!) van het kind volgens die rechter beschermd hoeven te worden.
Als het resultaat van dat overleg is dat het probleem wordt opgelost dan is er helemaal geen rechtzaak nodig.
Dat is natuurlijk zo, maar voor zulk overleg is het niet nodig dat al die persoonsgegevens nu op Social Media blijven staan.
De rechter zou de onrechtmatige situatie die is ontstaan doordat de moeder zonder instemming van de andere gezagsdrager (de vader) foto's van hun kind op SM plaatst en geplaatst houdt, eerst moeten beëindigen. Juist door dit als rechter te doen met nadrukkelijke verwijzing naar de wet (AVG en EVRM), dus naar factoren die niet afhankelijk zijn van de wil van één van beide ouders, zou de rechter druk weg kunnen nemen van de ouders zelf, en tegelijk een rechtmatige situatie herstellen.
Vervolgens zou de moeder (die wordt gesteund door medewerkers van jeugdbescherming) er belang bij hebben om in goed overleg met de vader tot een redelijke oplossing te komen. De moeder heeft in deze kwestie al steun van die professionals, anders dan de vader. Het is naïef om te veronderstellen dat de moeder, die op advies van de JZ-professionals verbaal(!) bereidheid toont tot overleg, in essentie meer compromisbereid zou zijn dan de vader. Die vader voelt zich misschien wel alleen staan tegenover een heel apparaat van "jeugdbescherming" die al partij heeft gekozen.
Hoe dit ook zij, de rechter zou in de eerste plaats de wet moeten volgen en een rechtmatige situatie moeten herstellen, waarin niet zonder toestemming van beide ouders persoonsgegevens van het kind worden verwerkt op SM, tenzij één van de ouders daarvoor een noodzaak of gerechtvaardigd belang kan aantonen.
Ook geeft de uitspraak aan dat het probleem al vele jaren gaande is (sinds de geboorte van het kind) en dat er om die reden geen spoedeisend belang is. Dat is een standaardoverweging in een kort geding, dat is immers een instrument voor urgente situaties. Hier is de schade allang aangericht en is die niet van een zodanige aard dat een paar maanden meer of minder een dramatisch verschil gaan opleveren. Ernst en urgentie zijn niet hetzelfde, iets kan ernstig zijn maar geen grote urgentie hebben en iets kan urgent zijn zonder ernstig te zijn.
UIt het feit dat het probleem al vele jaren gaande is, trek jij ten onrechte de conclusie dat er geen spoedeisend belang zou zijn. Het beëindigen van een privacyschending is altijd urgent, omdat elke dag dat de gegevens op onrechtmatige wijze "in verwerking" blijven, het risico op schade voor de betrokkene voortduurt en groter wordt. Een rechter gaat ook geen toestemming verlenen om nog een half jaar langer zonder gordel auto te rijden, omdat iemand dat "sinds jaar en dag al niet doet en het dus niet urgent is".
De urgentie van beëindiging van privacyschendingen hebben rechters in de tijd van de Wbp (vóór 2018) soms ook onderkend. Het lijkt of ze daar na de inwerkingtreding van de AVG van af zijn gestapt, mogelijk omdat ze dit te confronterend vonden, of omdat ze de AP wilden ontlasten, die als toezichthouder na inwerkingtreding van de AVG te maken kreeg met een sterk toenemend, steeds acuter capaciteitsgebrek. Je ziet hier dat rechters onder druk van omstandigheden (nota bene veroorzaakt door de uitvoerende macht van wie ze onafhankelijk heten te zijn) gaan afwijken van de wet, in plaats van dan een rechte rug te houden.
Je hebt volkomen gelijk dat het hier om een grondrecht gaat, maar als pa dit wint en het resultaat is dat de ouders verder alleen nog maar in staat van oorlog verkeren over het hoofd van het kind heen dan worden er ook belangrijke rechten aangetast.
Het is vreemd dat jij hier wèl naar de mogelijkheid kijkt dat als pa dit wint, de ouders verder alleen nog maar in staat van oorlog verkeren, maar dat je niet kijkt naar de mogelijkheid dat als ma dit wint, de ouders verder alleen nog maar in staat van oorlog verkeren. Als je je dan toch wilt laten leiden door angst voor onmin tussen twee ouders die overduidelijk NU al met elkaar in staat van oorlog verkeren (anders was er geen kort geding geweest), dan zou je op zijn minst naar beide angstscenario's moeten kijken.
Een rechter die alleen denkt: "Als ma haar zin niet krijgt, komt er misschien wel oorlog", maar die niet wil denken: "Als pa zijn zin niet krijgt, komt er misschien ook wel oorlog", is partijdig bezig.
Het VN-kinderrechtenverdrag geeft een kind bijvoorbeeld recht op veilig opgroeien. Het kan heel goed zijn dat deze rechter, die deze mensen live voor zich heeft gehad en (neem ik aan) ervaring met familie- en jeugdrecht heeft, inschat dat de vader verplichten te gaan overleggen de meeste kans geeft om de gemoederen weer te kalmeren en verdere escalatie te voorkomen. Er zijn al jeugdbeschermers bij betrokken, wat mij de indruk geeft dat er begeleiding bij dat overleg zal zijn (en dan hoop ik dat ze daar goed in zijn).
Als de rechter dat denkt, dan had het in diens uitspraak tot uiting moeten komen. Een uitspraak moet waarheidsgetrouw gemotiveerd zijn en het recht moet kenbaar zijn.
Op basis van de tekst van de rechterlijke uitspraak, acht ik het waarschijnlijk dat de weigering van de rechter om eerst een rechtmatige situatie te herstellen, alleen maar zal bijdragen aan bitterheid van de vader, die zich op deze manier niet gezien of gehoord voelt. De "jeugdbeschermers" hebben het verzoek van de moeder al ondersteund, in plaats van haar erop te wijzen dat het belang van het kind bij privacy voorrang zou moeten hebben op haar eigen impulsen om foto's aan Facebook en TikTok toe te vertrouwen. Die "jeugdbeschermers" zullen door de vader daarom niet als onpartijdig worden ervaren. Toch wordt hij nu door de rechter onder zware druk gezet om met de combinatie moeder+jeugdbeschermers te gaan praten, terwijl de onrechtmatige situatie ondertussen voortduurt.
Het streven moet hier zijn om het kind er met zo min mogelijk kleerscheuren uit te laten komen.
Natuurlijk.
Daarbij spelen meerdere (grond-)rechten en die kunnen met elkaar botsen zodat er een afweging gemaakt moet worden. Alleen maar vanuit het perspectief van één ervan de situatie beoordelen levert op zijn best per ongeluk een goede uitkomst op.
Ik ben het met je eens dat meerder grondrechten in theorie met elkaar kunnen botsen. Maar welk grondrecht wordt hier volgens jou dan concreet aangetast als de moeder door de rechter gecorrigeerd wordt zodat ze de privacy van haar kind gaat respecteren? Voor zover ik kan zien wordt er dan geen enkel grondrecht geschaad. Niemand verbiedt de moeder om foto's van zichzelf op Facebook en TikTok te zetten. Niemand verbiedt haar om haar mening op Facebook of TikTok te uiten.
Hoe goed die rechter dat alles hier doet kan ik niet beoordelen, daarvoor moet je die mensen en die situatie kennen en veel meer weten dan uit een artikeltje en een kort geding-uitspraak blijkt.
Zo kun je alles wel in het vage trekken en eigenlijk suggereren dat wij maar moeten afgaan op de regenteske, subjectieve, niet-kenbare overwegingen van een rechter die deze in essentie niet vermeldt in de motivering van zijn/haar uitspraak. Deze regenteske houding heeft er juist mede voor gezorgd dat het vertrouwen van veel Nederlanders in onze rechtspraak is afgenomen. Te vaak hebben we gezien dat rechters meebuigen met bepaalde belangen en dan de randen van de wet opzoeken of daar zelfs overheen gaan, en dat tegelijkertijd met vage formuleringen proberen te verhullen.
Concluderen dat hij het slecht doet kan ik dus ook niet, zelfs niet in het licht van een geschonden grondrecht (wat zo is), want het is niet het enige grondrecht (of ander recht) dat hier in het geding is, en het hoeft niet per se het ergste te zijn wat dit kind hier nu aan het overkomen is.
Nogmaals, welk ander grondrecht van het kind zou er dan zelfs maar in theorie geschonden kunnen worden door een verbod op het zonder aangetoonde noodzaak èn zonder toestemming van de andere ouder plaatsen van foto's van dat kind op SM? Je maakt dat niet duidelijk, maar je verwijst er op een hypothetische manier wel naar, kennelijk om de voor de hand liggende conclusie niet te hoeven trekken.
Er is hier sprake van ofwel een rechterlijke uitspraak die de wet met voeten treedt, ofwel een rechterlijke uitspraak die niet goed gemotiveerd is waardoor de werkelijke overwegingen van de rechter niet kenbaar zijn. In beide gevallen heeft de rechter slecht werk afgeleverd.
-- Diplomatie en overleg --Nu zou je nog kunnen stellen dat de rechter in zijn/haar uitspraak diplomatiek moet zijn om de kans op verzoening en constructief overleg tussen beide ouders te vergroten, en daarom sommige van zijn/haar overwegingen niet moet noemen, maar geheim moet houden. Ik vind dat in dit geval ongeloofwaardig, omdat de vader en de moeder beiden reeds zo duidelijk stelling hebben genomen. Als de moeder werkelijk goed overleg met de vader had gewild, had ze kunnen zeggen: "Goed, ik laat de foto's nu van SM verwijderen en dan wil ik graag in overleg gaan over welke foto's er eventueel kunnen worden geplaatst." Op die manier had zij (geadviseerd door jeugdbescherming) deze rechtszaak kunnen voorkomen èn bovendien een beter, minder gespannen klimaat kunnen scheppen voor overleg met de vader. Dat heeft zij echter niet gedaan (en mogelijk hebben de "jeugdbeschermers" haar dat ten onrechte ook niet geadviseerd).
Stel nu even dat de moeder de foto's van SM had weggehaald, en dat de vader daarna toch niet met haar had willen overleggen. Dan had de moeder die foto's simpelweg kunnen bewaren totdat haar kind bijvoorbeeld zestien of achttien jaar oud wordt. Op dat moment kan het kind, dat tegen die tijd een jongere is, dan zelf beslissen of het wenselijk is die foto's alsnog op Facebook en TikTok te plaatsen, zonder dat de vader daar dan nog wat over te zeggen heeft.
En in de tussentijd had de moeder die foto's ook nog discreet kunnen delen met familieleden en vertrouwde vrienden, bijvoorbeeld op papier, of wellicht als bijlage per end-to-end-encrypted email. Prima toch?
-- In werkelijkheid gaat het hier niet om diplomatie, maar om het dwingen van de vader --Dat de rechter niet kiest om eerst een rechtmatige situatie te herstellen als basis voor daaropvolgend overleg, wijst erop dat het de rechter in werkelijkheid niet om diplomatie ging, maar om het dwingen van de vader, vanuit een inhoudelijk rechterlijk oordeel over de zaak. Dat wordt door de rechter nu verhuld achter een aansporing tot overleg. De rechter zegt eigenlijk: "Jij hebt, ondanks je ouderlijke gezag, toch geen recht op herstel van de rechtmatige situatie m.b.t. je kind, tenzij jij eerst met de moeder gaat praten, die wordt bijgestaan door een batterij jeugdzorgmedewerkers." Ik vind dat een vorm van rechterlijke chantage.
Een rechter moet geen misbruik maken van zijn/haar positie om (één van beide of beide) ouders te gaan nudgen of chanteren, maar moet in de eerste plaats eerlijk en onpartijdig de wet toepassen. Binnen de grenzen van de wet mag een rechter wèl aanbevelingen doen aan partijen, bijvoorbeeld dat ze met elkaar gaan overleggen. Een rechter mag echter niet proberen om één van de partijen te forceren tot het doen van een inhoudelijke concessie onder de half-verhulde bedreiging dat anders het recht helemaal niet zal worden gehandhaafd.
Vandaar dat ik dit nog steeds een schandelijke rechterlijke uitspraak vind.
M.J.