Europese landen zijn nog verdeeld over het kostenmodel van de digitale euro. Het is zelfs één van de belangrijkste onderwerpen in de lopende onderhandelingen, zo stelt demissionair minister Heinen van Financiën. Het demissionaire kabinet vindt dat de kosten voor de digitale euro proportioneel verdeeld moeten worden over winkeliers, betaaldienstverleners en burgers.
Twee jaar geleden kwam de Europese Commissie met een voorstel voor de invoering van de digitale euro. Zodra de Europese Commissie met een voorstel komt zullen het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie, die de regeringen van de EU-landen vertegenwoordigt, met een eigen positie komen. Vervolgens zullen de organen vanuit hun ingenomen positie over het voorstel onderhandelen.
De EU-landen zijn al enige tijd over de digitale euro aan het onderhandelen om tot een gezamenlijke positie te komen. Over twee weken vindt er nieuw overleg plaats van de Eurogroep en Ecofinraad. De Eurogroep is een informeel orgaan waarin de ministers van de landen van de eurozone samenkomen om euro-aangelegenheden te bespreken. De Raad Economische en Financiële Zaken (Ecofin) is verantwoordelijk voor economisch beleid, belastingvraagstukken en regelgeving inzake financiële diensten en bestaat uit de ministers van Economische Zaken en van Financiën van de Europese lidstaten.
"De Raad heeft onder het huidige Deense voorzitterschap de ambitie uitgesproken om dit kalenderjaar tot een Raadspositie te komen. De onderhandelingen in de raadswerkgroepen vinden daarom in een hoog tempo plaats", aldus minister Heinen in een document over de agendapunten van de komende overleggen. Zo is er inmiddels op hoofdlijnen overeenstemming bereikt over de procedures voor het vaststellen van de aanhoudingslimieten van de digitale euro.
"Desondanks zijn er nog meerdere openstaande vraagstukken, waarvan het kostenmodel één van de belangrijkste is", stelt de minister. Hij voegt toe dat het kabinet vindt dat de kosten voor de digitale euro proportioneel verdeeld moeten worden over winkeliers, betaaldienstverleners en burgers. De PVV had Heinen eerder gevraagd naar de kosten van de invoering van de digitale euro.
Volgens de minister is het op dit moment niet mogelijk om de kosten van de verschillende ontwerpvarianten van de digitale euro te specificeren, omdat hiervoor te weinig gegevens beschikbaar zijn. Wel wees Heinen naar een impact assessment die de Europese Commissie in 2023 naar de kosten van de digitale euro had laten uitvoeren. "De Commissie schat dat de implementatiekosten voor banken en betaaldienstverleners tussen 2,8 en 5,4 miljard euro zullen liggen", aldus de bewindsman.
Je bent niet ingelogd en reageert "Anoniem". Dit betekent dat Security.NL geen accountgegevens (e-mailadres en alias) opslaat voor deze reactie. Je reactie wordt niet direct geplaatst maar eerst gemodereerd. Als je nog geen account hebt kun je hier direct een account aanmaken. Wanneer je Anoniem reageert moet je altijd een captchacode opgeven.