Door Anoniem: Het is niet zozeer dat die wetenschappers zich verbinden met de Democraten, beiden voelen zich verbonden met het Marxisme.
Totale onzin. Wetenschappers hebben uiteenlopende politieke voorkeuren, en zelfs als er veel links georiënteerd zijn zijn het echt niet meteen allemaal marxisten of mensen die zich daarmee verbonden voelen. Wat die Democraten betreft: bedenk dat in een systeem waar zowat iedereen bij maar twee partijen zit die hele diversiteit die bij ons bij de laatste verkiezingen tot uiting kwam in maar liefst 27 partijen daar in maar twee partijen gepropt wordt. Als je alle Democraten over een kam scheert, of alle Republikeinen, dan sla je heel erg veel diversiteit over die niet zo goed tot uiting komt als bij ons maar die er onder de oppervlakte wel degelijk is.
Verder is wetenschap altijd een speelveld waar volgende wetenschappers andere inzichten kan hebben en dan onderling bepalen wat dan op het moment het best past bij het waargenomene of een verwacht iets.
Wat je beschrijft is alleen geen wetenschap. Het klopt dat wetenschappelijke inzichten nooit definitief zijn, maar het gaat zeker niet alleen om wat
op het moment het best past, men zoekt naar een verklaring die met
alles dat tot dan toe is waargenomen (en geverifieerd) klopt. En men past niet een inzicht aan aan wat men verwacht. Het beeld van de werkelijkheid dat men heeft opgebouwd leidt tot voorspelbaarheid van die werkelijkheid, anders hebben we er geen donder aan, en men controleert actief of die voorspellingen ook kloppen met wat er echt gebeurt. Klopt het niet dan kunnen er meerdere dingen dingen mis zijn: het onderzoek is bijvoorbeeld niet goed uitgevoerd of de theorie klopt niet. Dan is het idee dat kritisch beoordelen wat de onderzoekers gedaan hebben en nagaan of de uitkomsten door anderen gereproduceerd kunnen worden wordt zekerheid oplevert over hoe het zit. En als een wetenschappelijke theorie werkelijk niet blijkt te kloppen heeft men niet iets te pakken dat weggemoffeld moet worden, dan heeft men een doorbraak te pakken. Dat is het soort dingen waar wetenschappers Nobelprijzen voor krijgen.
Tijdens de covid-lockdowns, als ik me het moment goed herinner, werd opeens volop over wetenschappelijke consensus gepraat alsof dat een proces van overeenstemming bereiken betreft waarvan de uitkomst in hoge mate door belangen wordt bepaald. Maar het woord consensus heeft meer dan één betekenis, het betekent ook simpelweg dat men het eens is, zonder de implicatie dat het meer over belangen dan over feiten gaat. En wetenschappelijke consensus geeft weer specifiek aan dat men het in meerderheid eens is omdat het bewijs overtuigend is. Dat is niet maar een mening, dat is gebaseerd op degelijk bewijs.
Op later moment kan dit toch weer ingehaald worden door nieuwere inzichten van de volgende wetenschappers. Er is zo nooit sprake van een status quo, en zo kun ook niet spreken van "feiten".
Ik heb zojuist voor de grap binnenshuis, windstil met gesloten ramen en deuren, een pakje zakdoekjes voor me gehouden en losgelaten. Ik verwachtte dat het recht omlaag zou vallen en zou stoppen met vallen als het de grond zou raken. Het zal je niet verrassen dat dat ook precies is wat er gebeurde. Het pakje zakdoekjes is niet op de plek blijven hangen waar ik het losliet, het is geen rondjes door de kamer gaan vliegen, het is niet op de balkondeur gaan kloppen omdat het naar buiten wou, het viel heel voorspelbaar op de grond. Dat dat telkens gebeurt en dus voorspelbaar is is een
feit, en dat is precies het soort feiten waar wetenschap op gebaseerd is.
Lees in dit boekje met essays van Isaac Asimov eens het laatste essay, waar het boek naar is genoemd, "The relativity of wrong", vanaf pagina 287:
https://ia601705.us.archive.org/25/items/20-the-relativity-of-wrong-1989/20-The%20Relativity%20of%20Wrong%20%281989%29.pdfAsimov was behalve een science fiction-schrijver ook een professor in de biochemie, een wetenschapper. In dat essay beschrijft hij hoe hij aan een student Engels heeft uitgelegd dat dingen niet absoluut waar of onwaar zijn, maar dat men in de ontwikkeling van wetenschappelijke kennis de werkelijkheid steeds nauwkeuriger weet te benaderen. Hij doet dat onder meer (vanaf pagina 293) aan de hand van een beeld van de aarde als plat bij de oude Soemeriërs, via een bol, een afgeplatte bol tot uiteindelijk iets met allerlei onregelmatigheden ontwikkeld werd. Zelfs die Soemeriërs maakten per mijl over het land maar een minimale fout, en de fout is bij elke verfijning van het beeld kleiner geworden. Dat is hoe die nieuwe inzichten van volgende wetenschappers werken: niet volkomen anders, maar verfijnder zodat de fouten kleiner zijn. De relativiteitstheorie van Einstein is bijvoorbeeld een verfijning van de klassieke mechanica van Newton, omdat die in heel extreme omstandigheden niet bleek te kloppen. En wat Newton had uitgewerkt is in alledaagse omstandigheden al zo goed dat het verschil met de relativiteitstheorie er niet toe doet, het wordt nog volop gebruikt.
Daarom spreekt men ook uit, "met de stand van de huidige wetenschap".
De uitdrukking is niet "de stand van de huidige wetenschap" maar "de huidige stand van de wetenschap", en dat is iets wezenlijk anders.
Wetenschap is mensenwerk en mensen zijn zeker niet feilloos. Er zijn vakgebieden waar men echt waanzinnig nauwkeurig kan zijn. Bij deeltjesfysica, zoals bij CERN, de Large Hadron Collider, houdt men aan dat de statistische kans op een foute uitkomst kleiner dan 0,00003% moet zijn. Dan weet men dus voor 99,99997% zeker dat de uitkomst klopt. Zoiets zal je bij sociale wetenschappen nooit van zijn leven kunnen halen, die zijn een stuk minder exact omdat mensen nou eenmaal lang niet zo voorspelbaar en reproduceerbaar reageren als elementaire deeltjes, we zijn eindeloos veel complexer en dus ook moeilijker vast te leggen in theorieën.
Wat ook verre van perfect is, en zorgwekkend, is de "replication crisis". Er worden veel te veel resultaten
niet geverifieerd door het onderzoek onafhankelijk te herhalen. Een belangrijke factor daarin is dat er op universiteiten een verkeerd soort prestatiegerichte cultuur is ontstaan waarin iets nieuws publiceren veel beter scoort dan al gepubliceerde resultaten verifiëren. Dat ligt aan veel teveel marktdenken in de academische wereld, lijkt mij, aangezwengeld door het marktdenken in de hele samenleving en eisen die de politiek stelt, inclusief de misvatting dat onderzoek alleen nut heeft als het direct praktisch bruikbare resultaten oplevert. In werkelijkheid komt het nut vaak pas veel later dan de kennis, en zullen degenen die die kennis verzamelden vaak niet degenen te zijn die er toepassingen voor verzinnen. Kennis opbouwen om de kennis heeft gigantisch veel nut.
Het is dus niet alleen maar perfect, maar ga wetenschap alsjeblieft niet omschrijven als iets dat ook maar een mening is. Als het ook maar een mening is dan is het geen wetenschap. Het is pas wetenschap als het een verdomd goed onderbouwde mening is die klopt met alle bekende feiten, uit heden én verleden. Laten we, waar dat niet goed gaat, de kritiek leveren dat daar geen goede wetenschap wordt bedreven, en niet de lat voor wat we wetenschap noemen steeds lager leggen en dan doen alsof degenen die het wel goed doen ook maar met bedenkelijke onzin bezig zijn.
En vergis je niet. Zonder wetenschap waren wij nu niet in staat geweest om op een website commentaren in te typen, hadden we geen satellietnavigatie gehad, geen kernenergie en geen zonnepanelen, geen inductiekookplaten en nog veel en veel meer niet. Dat is wel degelijk gebaseerd op feiten. Zelfs bij zoiets moeilijk grijpbaars en divers als autisme zijn harde neurologische feiten ontdekt over verschillen in hoe de hersenen zich ontwikkelen die een hoop verklaren en structuren herkenbaar maken in die diversiteit.
En tegelijk gaat wetenschap niet uitsluitend over feiten, er komt wat bij. Een wetenschappelijke theorie is een verklaring die met de bekende feiten overeenkomt en waarmee voorspellingen gedaan kunnen worden die kloppen. Hoever we daarmee zijn gevorderd als mensheid is wat bedoeld wordt met de huidige stand van de wetenschap. Er kunnen natuurlijk feiten ontdekt worden die toch niet kloppen met een theorie, of men kan ontdekken dat dingen die men ooit te makkelijk voor waar had aangenomen toch niet kloppen. Dan moet de theorie worden bijgeschaafd of een nieuwe theorie ontwikkeld worden. Zo'n theorie zelf is geen hard feit, het is een verklaring die men bedacht heeft die goed werkt, waar je praktisch wat mee kan. Het is een manier om gestructureerd over die feiten te kunnen denken en voorspellingen te kunnen doen, zodat je niet alles via trial & error hoeft te doen maar veel gerichter kan werken. Dat lukt alleen maar goed als die feiten echt bestaan, als we ze goed hebben vastgesteld. Dus feiten zijn er wel degelijk en ze zijn ook het fundament van wetenschap. Wetenschap maakt beschrijvingen van de werkelijkheid, van feiten dus.