Om te voorkomen dat internetgebruikers overal op het web worden gevolgd is het belangrijk dat de Do Not Track (DNT)-optie wordt vervangen door Can Not Track, aldus beveiligingsexpert Robert Hansen. DNT wordt inmiddels door Internet Explorer, Google Chrome en Mozilla Firefox ondersteund.

Gebruikers moeten het echter zelf inschakelen. Indien ingeschakeld stuurt de browser een DNT-header naar de website dat de gebruiker niet gevolgd wil worden. Het is vervolgens aan de website om hier gehoor aan te geven. Volgens Hansen is dit te vrijblijvend en geeft het gebruikers ten onrechte het gevoel dat ze niet gevolgd worden.

"We hebben iets meer substantieel nodig dat ook echt werkt en geen inbreuk op de privacy van gebruikers maakt. Dit Do Not Track gebeuren is een zooitje", zo liet Hansen tijdens een lezing op de OWASP AppSec USA conferentie weten. Hansen benadrukt dat gebruikers standaard beveiligd zouden moeten zijn, in plaats van dat ze dit apart moeten aangeven zoals nu het geval is.

Vrijwillig

En zelfs als gebruikers DNT hebben ingeschakeld zijn er nog manieren voor adverteerders en websites om gebruikers te volgen. Gebruikers zouden dan ook een betere optie moeten hebben die ze tegen tracking beschermt dan een vrijwillig systeem dat veel websites en adverteerders negeren. "We zien liever "can not track" in plaats van Do Not Track", aldus Hansen.

Een ander probleem is dat de grote browserleveranciers DNT op verschillende manieren implementeren en geen belang hebben om de advertenties te blokkeren die gebruikers volgen. Zowel Microsoft, Mozilla als Google werken met adverteerders samen en verdienen hier flink aan. Google zou dit jaar 40 miljard dollar via advertentie-inkomsten verdienen.

Om gebruikers tegen tracking en andere dreigingen te beschermen lanceerde het beveiligingsbedrijf waar Hansen voor werkt onlangs een eigen browser genaamd Aviator. Deze browser is gebaseerd op Chromium en gebruikt de Disconnect-extensie om te voorkomen dat gebruikers worden gevolgd.