Nederlanders zijn niet alert op identiteitsfraude, waardoor burgers kwetsbaar voor deze vorm van criminaliteit zijn, zo stelt het Kabinet in een nieuwe visie over de aanpak van ID-fraude. De visie werd door minister Plasterk van Binnenlandse Zaken aan de Tweede Kamer gepresenteerd.
Volgens Plasterk berokkent identiteitsfraude de samenleving structurele schade. "Ingrijpende incidenten in de digitale dienstverlening kunnen wantrouwen losmaken tegenover de digitale economie en de digitale overheid", laat de minister weten.
Hij stelt dat de relatie tussen een persoonlijk profiel en geautomatiseerde handelingen van apps, robots en op termijn zelfs elektronische implantaten uiteenlopende gezondheids- en veiligheidsrisico’s met zich meebrengt. "Een betrouwbare en sterk beveiligde identiteit wordt in de toekomst een kwestie van levensbelang", aldus Plasterk.
De minister waarschuwt dat het aantal plekken waar identiteitsfraudeurs kunnen toeslaan toeneemt, waarbij er vooral in de digitale wereld een sterke toename van fraude is. Een deel van het probleem wordt veroorzaakt doordat Nederlanders niet alert op identiteitsfraude zijn. "In Nederland bestaat een algemeen gebrek aan alertheid voor identiteitsfraude."
Volgens de visie zit het niet in de Nederlandse omgangsvormen om de identiteit van een ander te wantrouwen. "Niet aan de deur, niet aan de telefoon, niet in de winkel of aan de balie." Ook een zorgvuldige controle van een identiteitsbewijs wordt al gauw als onvriendelijk ervaren. Zelfs in situaties waar een bepaalde mate van professionele waakzaamheid functioneel kan zijn.
Behalve alertheid zijn ook kennis en vaardigheden in veel sectoren onvoldoende aanwezig laat de visie weten. "En waar kennis aanwezig is, is zij vaak moeilijk te borgen door de mobiliteit van medewerkers. Het gaat hier om kennis van documenten en echtheidskenmerken, van 'look-alike fraude' (het gebruik van een document door iemand die lijkt op de rechtmatige documenthouder) en van de verschillende (veranderende) fraudevormen."
Om de problematiek van identiteitsfraude aan te pakken moeten burgers, overheid en bedrijfsleven daarom samen optrekken, aldus het document. Het gaat dan om het beter en breder benutten van kennis, technieken en methoden. In de tweede plaats gaat het om het beter op elkaar afstemmen van nieuwe maatregelen die door diverse partijen in publieke en private sector getroffen worden. In de derde plaats gaat het om het afspreken van een gezamenlijke richting voor ontwikkelingen op de lange termijn.
Eén van de punten die hieronder vallen is het opwerpen van fysieke barrières tegen identiteitsfraude. Volgens Plasterk begint dat bij het minimaliseren van het gebruik van identificerende gegevens en bij het veilig bewaren ervan. "Op beide punten gaan het borgen van privacy en het voorkomen van identiteitsfraude hand in hand." De minister merkt op dat overheid en bedrijfsleven aan het principe van dataminimalisatie gebonden zijn. "Dat principe geeft aan dat persoonsgegevens slechts mogen worden verwerkt als daartoe een noodzaak bestaat."
Verder pleit Plasterk in de brief aan de Kamer voor betrouwbare controles, vroege diagnose, adequate behandeling van slachtoffers en een effectieve repressie van identiteitsfraude. De visie zal worden uitgewerkt in een uitvoeringsagenda Aanpak Identiteitsfraude. Een voorstel voor deze uitvoeringsagenda zal voor de zomer van 2014 naar de Kamer worden gestuurd.
Deze posting is gelocked. Reageren is niet meer mogelijk.