De Amerikaanse opsporingsdienst FBI heeft in Nederland een verbindingsofficier gestationeerd die zich voornamelijk met de bestrijding van cybercrime bezighoudt, zo heeft Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie aan de Tweede Kamer laten weten. In februari publiceerde Tor-ontwikkelaar Roger Dingledine een verslag van zijn ontmoetingen met de Nederlandse politie.

Dingledine gaf de politie uitleg over de werking en het gebruik van Tor, software om anoniem mee te kunnen internetten. Ook ontmoette hij een agent van de Amerikaanse FBI en een agent van de Secret Service, die permanent bij het KLPD zijn ondergebracht. "Ze deden zich net als normale Nederlandse agenten voor, maar ik denk dat ze door de VS worden betaald", aldus Dingledine destijds.

Verdrag
SP-Kamerleden Gesthuizen en Van Bommel wilden van Opstelten weten of er inderdaad 'cyberagenten' in Nederland actief zijn. Volgens de minister werken Nederland en de VS veelvuldig samen bij de opsporing van strafbare feiten en is het om die reden dat over en weer verbindingsambtenaren op elkaars grondgebied zijn gestationeerd.

"Een buitenlandse verbindingsofficier vervult zijn taken binnen het raam van zijn bevoegdheden met inachtneming van de bepalingen van de Nederlandse wet- en regelgeving", schrijft Opstelten in zijn antwoord.

Toestemming
Eén van de Amerikaanse FBI-verbindingsofficieren heeft als voornaamste taak de bestrijding van cybercrime. "Dit betekent in de praktijk dat hij frequent contact heeft met de Nederlandse politie", gaat de minister verder. Hij liet in 2011 weten dat de verbindingsofficieren helpen bij het opstellen en uitvoeren van rechtshulpverzoeken en dienen als aanspreekpunt in het geval van praktische vragen.

"Dit vergemakkelijkt de samenwerking in de opsporingsfase aanzienlijk." Het gezag en de regie berusten volgens Opstelten bij het Openbaar Ministerie. Ook het Landelijk Parket speelt hierin een belangrijke rol.

"Buitenlanders dienen, zolang ze in Nederland zijn, de Nederlandse politie om informatie te vragen. Ze hebben geen rechtstreekse toegang tot Nederlandse systemen of bestanden. Ik zeg dit met nadruk. Zelfbediening door buitenlandse ambtenaren is uit den boze."

Opstelten reageerde toen ook op de opmerking dat de Verenigde Staten zonder toestemming in Nederland opsporingshandelingen verrichten. "Na 2004 is daar niets van gebleken", aldus de minister, die nu ook geen misstappen ziet. "Ik stel mij onverkort op het standpunt dat de VS zich aan de regels houden."