Met de manier waarop het kabinet het voorstel voor de nieuwe wet computercriminaliteit aankondigde is niets mis, zo heeft minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie op Kamervragen van D66 laten weten. Eind november kondigde het kabinet aan dat het voorstel voor de nieuwe wet computercriminaliteit naar de Tweede Kamer was gestuurd. Maar dit was helemaal niet het geval, tot groot ongenoegen van D66-Kamerleden Swinkels en Verhoeven.

De twee Kamerleden wilden van minister Van der Steur dan ook weten wat hij van de werkwijze vindt om een persbericht te sturen over een wet, waarvan de consultatie twee jaar geleden al is afgerond, zonder dat het betreffende wetsvoorstel bij de Kamer is ingediend. Volgens de minister heeft zijn ministerie een persbericht verstuurd waarin feitelijke informatie werd verstrekt over de besluitvorming in de Ministerraad over de uitvoering van het actieprogramma 'Integrale aanpak Jihadisme', waar het wetsvoorstel computercriminaliteit III onderdeel van uitmaakt.

"Het betreffende persbericht markeert de besluitvorming in de Ministerraad over de uitvoering van het actieprogramma 'Integrale aanpak Jihadisme'. Bovendien is de wetgeving als onderdeel van het actieprogramma uitvoerig aan de orde geweest tijdens het debat met uw Kamer op 19 november over de aanslagen in Parijs", aldus Van der Steur. Hij stelt dat het dan voor de hand ligt om melding te maken van het formele besluit om de vier wetsvoorstellen bij de Tweede Kamer in te dienen als volgende stap in het wetgevingsproces.

Swinkels en Verhoeven hadden de Kamervragen op 7 december aan Van der Steur gesteld. "De beantwoording heeft vanwege de feestdagen en de jaarwisseling meer tijd gekost dan was voorzien", zo meldt de minister in zijn antwoorden (pdf). Het wetsvoorstel werd uiteindelijk op 22 december bij de Tweede Kamer ingediend.